Assembleelid Mahinder Jogi blijft erbij dat zaken niet goed zijn bij Staatsolie. Echter begrijpt hij niet waarom de ex-directeur van Staatsolie, Mark Waaldijk, zich dusdanig ergert over de uitspraken die hij onlangs in De Nationale Assemblee (DNA) en in de media deed. “Ik heb de naam van Waaldijk niet genoemd, maar slechts over directieleden en ex-directieleden gesproken. Waarom voelt hij zich zo aangesproken? Waarom stijgt zijn bloeddruk, wanneer ik praat over misstanden bij Staatsolie?”, stelt de parlementariër. Jogi zegt dat hij aan de hand van verkregen informatie, het als volksvertegenwoordiger nodig achtte om de situatie van het oliebedrijf onder aandacht van minister Regillio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen te brengen. “Wij willen niet hebben dat wij een situatie krijgen bij Staatsolie als bij de NV Energiebedrijven Suriname (NV EBS), waar na vijf jaren klagen de regering doof was en nu blijkt dat er toch heel veel mis is geweest bij het energiebedrijf”, aldus Jogi.
Documenten werkrelaties directieleden en diens familieleden aanwezig
Jogi zegt dat hij wel degelijk documenten heeft waaruit hij kan staven dat er relaties lopen tussen bedrijfstoppers en hun gezinsleden. Hij vindt daarom dat mensen niet voor hun beurt moeten praten. Aan de hand van de bewijsmiddelen zullen deze mensen volgens hem gedwongen worden om zelf te praten. “Je hebt USD 1.2 miljard gestopt bij de expansie van de Staatsolie-raffinaderij, maar de raffinage kan nog steeds niet opstarten. Waarom is USD 40 miljoen in de zwamp van Wageningen gegooid en het Ethanolproject stopgezet? Waarom onnodig USD 6 miljoen in Tapajaiproject?” Jogi vraagt zich af wat voor manager zo een desastreus beleid zou voeren. De politicus vindt echter dat de bewindsman hem niet moet oproepen om bewijsmiddelen bij hem te deponeren. Volgens hem moet Dodson gewoon een onderzoek door de Centrale Landaccountantsdienst (Clad) laten starten, zodat hij zelf over de bewijsmiddelen komt te beschikken.
“Wie zwijgt, stemt toe”
De parlementariër stelt dat hij sterk de indruk heeft dat NH-minister Dodson wel degelijk weet heeft van misstanden bij Staatsolie, gezien het feit dat hij voor zijn ministerschap ook deel uitmaakte van het oliebedrijf. Zo heeft hij in de afgelopen DNA-vergadering vragen hierover aan de bewindsman gesteld. Dodson heeft volgens hem in tweede instantie geen reactie gegeven op zijn vragen. “Wie zwijgt, stemt toe”, stelt jogi op het gedrag van de minister. Jogi vindt dat de minister op zijn minst had kunnen zeggen dat er niets aan de hand is. “Het feit dat de minister niet heeft gereageerd, geeft mij aanleiding om aan te nemen dat er degelijk iets mis is met Staatsolie. Wat weerhoudt de minister dan om een reactie te geven?” De parlementariër blijft erbij dat Staatsolie een werkarm is van NH en dat Dodson degene is die klaarheid in zaken moet brengen. “Aan de minister is gevraagd om aan te geven welke bedrijven goederen en diensten leveren aan het oliebedrijf en welke contractors een dienstbetrekking hebben met staatsolie. Wie zijn deze mensen? Waarom mag ik als parlementariër deze vragen niet aan de regering stellen, wanneer bij mij informatie binnenkomt dat zaken niet goed zijn?”, aldus Jogi.
FR
