Naar aanleiding van de verhogingen van de brandstofprijzen, en de aangekondigde verhoging tarieven voor energie en water, door regering Bouterse, wensen de politieke parijen de VHP, de PL, de NPS en de ABOP het volgende te verklaren. ‘Wij hebben in onze communicatie met de president steeds kenbaar gemaakt geen voorstaander te zijn van verhoging van de brandstofprijzen: de brandstofprijzen in de hele wereld gaan omlaag, alleen in Suriname moet het volk een verhoging betalen. Deze plotselinge prijsverhoging van brandstof wordt onzerzijds afgekeurd. Het gevaar is immers dat de armoede sterker zal toeslaan en een groter deel van het volk onder de armoedegrens komt, zonder enige vooruitzicht op verbetering: het beleid biedt geen enkele opvang aan burgers en ondernemers. De economische crisis kan overgaan in een humanitaire crisis, met ernstige gevolgen over een lange periode.’
‘De regering staat op het punt om de electriciteitstarieven te verhogen, het zwaarst voor de gewone huishoudens. 82% van de huishoudelijke klanten van de ebs krijgen een tariefverhoging tussen 107,8% en 278,6%, terwijl de industriële verbruikers het minst zijn getroffen, tussen 50,85 en 53,5%. Verder blijkt dat 29% van de eenvoudige huishoudelijke electriciteisverbruikers, die tussen 150 en 300 kwh stroom verbruiken, de hoogste tariefsverhoging zullen moeten verwerken: het gewone volk is het meeste getroffen door dit beleid, wij keuren dit af.’
‘Ook bij de watertariefsverhoging wordt het gewone volk het zwaarst getroffen; de tarieven voor de gewone huishoudens per kubieke meter worden verhoogd met 224% tot 344% (waarbij de mensen met erfkranen en de laagste gebruikers van water, de grootste verhoging per kubieke meter van 344%) zullen moeten betalen, terwijl commerciële verbruikers een verhoging tussen 100% en 118% krijgen. Ook hier wordt het gewone volk het zwaarst getroffen.’
‘Dit beleid is flagrant in strijd met het pas getekende regeeraccoord tussen de NDP, BEP en DOE coalitiepartners. Daarin zou het economisch beleid geïntegreerd functioneren binnen de totale economie, waarin duurzame productieve inkomens voor arbeiders en ondernemers is beloofd. De abrupte en geisoleerde verhoging van prijzen en tarieven leidt niet tot een geintegreerd functioneren van de totale economie noch verschaft het duurzame productieve inkomens.’
‘Het geïntegreerd beleid dat moet leiden tot duurzame ontwikkeling van werkgelegenheid, productie en een leefbaar Suriname, wordt niet aangegeven. Het treffen van losse maatregelen is wederom dweilen met de open kraan, waarbij de samenleving weer moet inleveren en die verder onder druk komt. Door ons werd aanbevolen om het beleid eerst zorgvuldig voor te bereiden en met het volk te bespreken. Bij het treffen van zware maatregelen voor het volk, moest vooraf worden voorzien in opvang ter voorkoming van achteruitgang in de levensomstandigheden en ontwikkelingskansen van het volk. De getroffen maatregelen gaan voorbij aan deze gedachte van bescherming van het volk tegen achteruitgang, en dienen slechts tot continuering van uitgaven door de regering zonder enig vooruitzicht op duurzame ontwikkeling voor het volk. De genoemde partijen roepen de Regering op, om de genomen maatregelen onmiddellijk terug te draaien en het te voeren beleid op een begroting te brengen en die voor te leggen aan DNA, zoals de grondwet dat voorschrijft. Eveneens wordt de Regering dringend opgeroepen om een integraal ontwikkelingsbeleid te ontwikkelen dat hoop geeft aan het volk.’