Reparaties

Met name vanuit Nederland is er een neiging om de kosten van de slavenhandel en winsten te negeren en deze altijd in een grotere context te plaatsen. In de studieboeken wordt een paragraaf besteed aan het Nederlands aandeel in de totale Trans-Atlantische slavenhandel. De econoom Zunder heeft vastgesteld dat het Nederlands bedrijfsleven concreet heeft geprofiteerd van de slavenhandel, waarbij mensen van het ene continent naar het andere werden vervoerd onder mensonterende omstandigheden. Vrije mensen werden op slag slaven. Ze verloren hun naam, hun identiteit, hun cultuur en in principe zichzelf. Ze werden voor goed gemodelleerd naar het beeld dat de Europeaan als ideaal inprentte in hun psyche. Nakomelingen van de slaven zijn er in de USA, in de Caribbean en in Latijns Amerika. Tot een welvarende en goed gestructureerde groep behoren ze nagenoeg nergens. Europese namen die ze van de slavenhouders kregen, soms omgekeerd, soms beschimpend gebruikt, houden hen af van gefundeerd welzijn dat generaties aanhoudt. De samenlevingen waar de slaven arbeidden om Europa te laten blinken, worden nu vaak door hen bestuurd. Maar de achterstanden in deze samenlevingen zijn evident, de meeste zijn of derdewereldlanden of ontwikkelingslanden. Europa is alsmaar voortgegaan op het fortuin dat werd opgebouwd dor het bedrijfsleven in de grote steden, de slavengeschiedenis wordt genegeerd en doodgezwegen. Loop in Brussel en men gaat nooit weten dat men loopt op wat opgebouwd is door bloed en zweet van slaven in eigen land in Kongo. De Belgische koning weigerde resoluut en pertinent om een deel van de geroofde rijkdommen en de vruchten van de slavernij terug te geven, er werden parlementaire discussies erover gehouden, maar hij weigerde. West Europa verzwijgt haar slavenverleden voor toeristen, de landen geven niet aan wat door slavenarbeid is opgebouwd. Die achtergrond van de koningen en hun paleizen komt nooit aan de orde. Kan Europa zo voortgaan? Dat is een vraag die duidelijker moet worden beantwoord wanneer morgen de Internationale Dag voor de Herdenking van de Slavenhandel en haar Afschaffing morgen 23 augustus, ingesteld door de Unesco wordt gevierd. In de nacht van 22 op 23 augustus 1791 brak op het voormalige eiland Saint Domingue (nu bekend als Haïti), een slavenopstand uit die uiteindelijk zou leiden tot de afschaffing van de Trans-Atlantische slavenhandel. Een groot deel van de plantagehouders in Suriname zijn van origine Engels, Frans, Duits, Zwitsers, Spaans of Portugees, maar ook Nederlanders. Bij de herdenkingsmomenten is de Nederlandse politiek heel erg mild tegenover zichzelf. Maar we kunnen niet op deze wijze voortgaan, vooral als we zien dat op alle fronten er achterstanden zijn in de samenlevingen en men bijna op gelijke voet met de meer ontwikkelde landen moet gaan concurreren. Dit jaar wordt de herdenking gericht op de prijs die de vrouwen tijdens de slavenhandel hebben betaald. Ze hebben geleden en zijn ook eraan overleden. Vrouwelijke slaven speelden een belangrijke rol in het omhoog houden van de waardigheid van hun gemeenschappen. Hun rol wordt vaak vergeten en onderschat. Over 400 jaren zijn ruim 15 miljoen mannen, vrouwen en kinderen het slachtoffer geweest van de Trans-Atlantische slavenhandel, door de Unesco aangeduid als een van de donkerste hoofdstukken in de menselijke geschiedenis. Aan de slavenhandel was verbonden verdergaande lijden, uitbuiting, foltering en ontnemen van de menselijke waardigheid. Deze dag is geschikt om de rol van de vrouw in de betreffende landen te benadrukken, maar ook de voortschrijdende moderne vormen van slavernij en mensenhandel en racisme dat opkomt in de samenlevingen die hebben geprofiteerd van deze handel. Vrouwelijke slaven ondergingen seksuele uitbuiting door de mannen en foltering door de jaloerse vrouwen, vooral dit laatste als het gevolg van de traditionele rondingen en schoonheid. De vrouwen zijn dragers geweest van de Afrikaanse cultuur, ongeveer eenderde van de 15 miljoen slachtoffers was vrouw. Wij hebben de pogingen van Zunder ten aanzien van ‘reparations’ altijd serieus genomen. In december 2013 is door de Caricom de Cariom Reparations Commission ingesteld door de Caricom Staatshoofden. De commissie moet een morele, ethische en juridische zaak voor betaling van reparaties door de voormalige koloniale landen opzetten. In deze commissie zitten de voorzitters van de nationale reparatiecommissies die overal bestaan. In 2013 bestonden die, naast Suriname in Antigua and Barbuda, Barbados, Belize, Guyana, Jamaica, St. Lucia en St. Vincent and the Grenadines. Slavernij is door de VN benoemd als een misdaad tegen de menselijkheid, volgens de Caricom ook tegen de Inheemsen. De Caricom commissie heeft bereids de slavenhoudende landen van Europa ( Engeland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Nederland, Noorwegen, Zweden en Denemarken) zover gekregen om een reparatie-dialoog te starten met de Caribische overheden. Deze landen verlieten de koloniën onvoorbereid met de winsten, waarvan de gevolgen nog steeds te merken zijn. De Caricom Staatshoofden hebben 6 gebieden geïdentificeerd waar de achterstanden van de slavenhandel en de slavernij duidelijk zichtbaar zijn: openbare gezondheidszorg (chronische ziekten, geweld), onderwijs (analfabetisme), culturele instituten (musea, onderzoekscentra), culturele onthouding, psychologische trauma en technologische en wetenschap-achterstanden (onthouding industrialisatie, monocultuur, grondstoffenproducent). Alles heeft ook te maken met Suriname. Wij moeten als land slim zijn en denken aan het verleden in het belang van de toekomst. De nieuwe regering moet haar pogingen in Caricom-verband richting reparaties voortzetten en intensiveren, zonder dat we onze vooruitgang afhankelijk maken aan deze reparaties.

error: Kopiëren mag niet!