Een beschouwing

Na het aantreden van de toenmalige regering in het jaar 2010 had vicepresident Robbert Ameerali in het begin van 2011 een persconferentie gehouden. Daarbij had hij gezegd dat de overheid op dat ogenblik niet in staat was om aan de lopende financiële verplichtingen jegens derden te voldoen, gewoon omdat zij niet over de daartoe benodigde middelen beschikte. Maar het bleek naderhand dat de regering door het toepassen van een vooraf uitgezette gedragslijn er doorheen wist te komen. Het zelfde fenomeen blijkt zich vandaag de dag, 2015, te herhalen voor de nieuwe regering. Hopelijk wordt dit probleem op een kundige wijze, net zoals dat voorheen het geval is geweest, opgelost. Een van de hoofdtaken van een gerespecteerde overheid is dat zij de staatshuishouding zo goed mogelijk in stand houdt en ook zo goed mogelijk doet functioneren. En dit kan alleen worden bewerkstelligd door de groei van de nationale economie zo adequaat mogelijk te stimuleren. Suriname heeft immers een heel vruchtbare bodem en er zijn nog een aantal andere natuurlijke hulpbronnen binnen ons bereik. Met de potentie die in al deze natuurlijke hulpbronnen ligt verborgen, is het zeer zeker mogelijk om Suriname te kunnen ontwikkelen tot een welvarend land. Deze zo gewenste ontwikkeling kan misschien tot haar recht komen indien zaken worden toevertrouwd aan een tripartiet werkorgaan, bestaande uit de overheid, de universiteit en de ondernemersorganisatie. Het is wel zaak dat de twee laatstgenoemden groepen op een correcte wijze veldonderzoekingen in alle districten uitvoeren en daarbij proberen vast te stellen voor welke type ontwikkeling vooral op het agrarisch gebied elk district geschikt blijkt te zijn. Het is dan aan de overheid gelegen om daarna zorg te dragen voor de noodzakelijke infrastructuur. Wijze overheden weten ongetwijfeld dat economische groei van een gebied afhankelijk is van goede en officiële verbindingen met de omliggende streken. Het zij goede waterwegen met stijgers of goede openbare wegen met eventuele bruggen. De bouw van de bruggen over de Suriname – en de Coppenamerivier heeft bijvoorbeeld de ontwikkeling van enkele gebieden aanmerkelijk bevorderd. De vooruitgang van een land is hoofdzakelijk afhankelijk van de richting die de overheid eraan wenst te geven. Het is deze overheid die de mogelijkheden schept en ook zelf de prioriteiten bepaalt. Het economische leven kent immers drie organisatievormen, t.w.: 1) Liberalisatie; 2) Centraal geleide economie en 3) Gemengde economie.
Sub 1. Voor deze vorm moeten de binnen- en buitenlandse goederen en diensten vrijgemaakt worden van allerlei beperkende en of belemmerende voorschriften. Sub 2. De zojuist genoemde voorschriften worden hierbij wel intensief toegepast. Sub 3. Bij deze vorm worden enkele economische sectoren door de overheid beheerst. Het is namelijk belangrijk dat de samenleving weet dat er vanwege de liberalisatie de overheid geen dwangmiddelen mag gebruiken om de prijzen van alle artikelen in de winkels te stabiliseren. De overheid zal waarschijnlijk alleen controle kunnen uitoefenen op prijzen van de importgoederen waarvoor zij de benodigde deviezen beschikbaar heeft gesteld, bijvoorbeeld brandstof, uien, knoflook, aardappel enz. De ontwikkeling van Suriname vertoont een beeld van overwegend een handeldrijvend volk. Het is belangrijk dat Suriname overstapt naar industrialisatie. Het streven moet voornamelijk gericht zijn op de zelfvoorziening in de zo noodzakelijke behoeften van de samenleving, zoals levensmiddelen en andere benodigdheden. Suriname moet in staat worden gesteld tenminste de eigen levensmiddelen zelf te produceren. Waar er een wil is, is er een weg.
Edward Marbach

error: Kopiëren mag niet!