Verzoek aan de vicepresident van Suriname

Mijn welgemeende felicitaties aan u in verband met uw recente inauguratie als vicepresident van ons land. Ik verwacht dat u zich zonder meer met dezelfde ijver en slagvaardigheid aan uw nieuwe taken zult wijden als in uw voormalige hoedanigheid van onderwijsminister. Conform de grondwet bent u thans belast met de dagelijkse leiding van de Raad van Ministers. U bent uit hoofde daarvan leider van een regeerteam en als goed onderlegde persoon bent u stellig ook ervan op de hoogte dat een werkteam, gelijk de keten, even sterk is als de zwakste schakel daarvan. Dat wil zeggen, de slagkracht van uw regeerteam zal in niet te onderschatten mate afhangen van het prestatievermogen van elk individueel lid van het ministerscollectief. Wat de (recente) geschiedenis ons als volk op dit gebied heeft gebracht is, zoals u zeker ook bekend zal zijn, geen gegeven waaraan met trots kan worden gerefereerd. Hoezeer de blikken van de samenleving traditioneel in eerste instantie gericht zijn en blijven op de president tevens regeringsleider, moet niet eraan voorbijgegaan worden dat de positie van de vicepresident in het bestuurlijke bestel eveneens belangrijk is. U heeft uiteraard ook nu weer uw eigen rolopvatting, terwijl wij als burgers vooral nu onze rolverwachtingen over uw functioneren hebben. In uw ambtsvervulling bent u niet slechts in nauw contact met de individuele bewindvoerders op departementen, doch voor uw adequate functionering is zicht op de noodzakelijke relaties tussen de overheid en het totale belangenveld in de maatschappij onontbeerlijk. Ministers zullen zich in de uitoefening van hun ambt, vooral in dit tijdsgewricht, bijzonderlijk moeten concentreren op het concipiëren van beleid van goede kwaliteit. Zij zullen zich terdege ervan bewust moeten zijn dat het op ministerieel niveau gaat om taken die gericht zijn op het realiseren van doelstellingen die zeer algemeen geformuleerd zijn en die juist daardoor de voorwaarde stellen dat elke bewindvoerder over een grote mate van voorstellingsvermogen, intüitie en durf moet beschikken. Creativiteit en oorspronkelijkheid zullen door elke minister van uw werkteam aan de dag gelegd moeten worden, met name daar waar het gaat om beleidsgebieden die nog niet betreden zijn of die tot verdere ontwikkeling gebracht moeten worden. U zult van elk lid van uw team zonder meer moeten eisen dat zij in staat zijn om op een breed terrein uiteenlopende feiten, opvattinngen, zienswijzen, deskundigheden en oordelen op hun bruikbaarheid te kunnen beoordelen en te interpreteren. Waar nodig zal elk lid van uw regeerteam in staat moeten zijn ander of aangepast beleid te concipiëren en aan u casu quo de regeringsleider voor te leggen. Dit aspect wordt door mij hier gaarne benadrukt, aangezien wij als burgers gedurende de achterliggende regeerperioden van zeer nabij hebben meegemaakt tot welke rampzalige gevolgen wanbeleid, wanbeheer en onbekwaamheid in het openbaar bestuur hebben geleid. Keer op keer worden wij als burgers de zwaar gedupeerden als gevolg hiervan dat tal van personen zich aandienen als capabele beleidvoerders op departementen, die uiteindelijk van de hun opgedragen taken een regelrechte ramp maken. Ik durf mij hier tot woordvoerder van het Surinaamse volk te maken door u erop te wijzen dat door ons, tegen de achtergrond van de aanstaande zwaardere financiële lasten op onze schouders, met kritische blikken gekeken zal worden naar de verrichtingen en prestaties van de ministers van het kabinet 2015-2020. Politieke en ambtelijke leiding op elk departement staan in dienende verhouding tot elkaar, dat klopt alleszins. Doch het is geenszins te aanvaarden dat bewindslieden zich op de departementen inlaten met aangelegenheden die op het uitvoerende vlak liggen. Een terugblik op het verleden leert ons jammer genoeg, dat het functioneringsniveau van menig minister overeenkwam met het niveau waarop werkzaamheden van eenvoudige, overzichtelijke aard worden uitgevoerd met een sterk repeterend karakter zonder noemenswaardige problematiek. Ik refereer in dit verband ook aan het verschijnsel dat ministers een belangrijk deel van hun arbeidstijd traditioneel besteden aan allerhande administratieve, personele en logistieke taken van ondersteunende diensten van het departement.
Organisatorische aandachtspunten
Op het niveau van directievoering op departementen dient het besef door te dringen dat de organisatorische inrichting van elk ministerie primair de verantwoordeijkheid van de directeur regardeert. Een stelregel die trouwens ook geldt voor de directeur van de grote onderneming, alwaar het stellig niet zo is dat de president-commissaris organisatorische vraagstukken moet oplossen. Onderhouden van de departementale organisatie behoort tot het managementdomein en betreft geenszins de directe aandacht van de minister. Elk departement heeft eigen beleidsgebieden. Instandhouding van de noodzakelijke relaties met de externe omgeving van het ministerie is daarom onontbeerlijk. Het is steeds weer schokkend te moeten vernemen dat permanente overlegplatforms veelal niet bestaan op departementen. Het is ten enen male uitgesloten dat een individuele minister of departementsdirecteur, samen met zijn staf, over alle kenniselementen beschikt die ingezet moeten worden voor het doorschouwen en oplossen van vaak gecompliceerde bestuurlijke vraagstukken. Overheidsbesluiten die tot stand komen met uitsluiting van belanghebbenden in het omringende belangenveld zijn gedoemd te mislukken in de uitvoeringsfase. Onze bestuurlijke praktijk heeft dat keer op keer bewezen. Organen als de Rekenkemer en de Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD) moeten nadrukkelijker en met doorwerking van hun constateringen en aanbevelingen betrokken worden bij de controle op de besteding van staatsmiddelen. Ik benadruk volgaarne mijn verzoek aan u, geachte vicepresident, dat bewindslieden op departementen werk van aanvaardbaar niveau afleveren aan de samenleving. De blikken van het volk blijven gericht op wat op beleidsgebied op komst is. Het geduld van het Surinaamse volk op het bestuurlijke vlak is opgedroogd. Tot slot nog deze notitie mijnerzijds: anticorruptiewetgeving heeft instrumentele waarde. Werkelijk afstand willen nemen van corruptie heeft echter met de menselijke geest van doen. Ik wens u veel wijsheid en sterkte toe in uw nieuwe rolvervulling als vicepresident van de republiek Suriname.
Hoogachtend,
Stanley Westerborg
Organisatieanalist
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!