Er zijn leiders en regeerders die wel de zware last van het regeren van een ontwikkelingsland willen, maar nooit verantwoordelijkheid accepteren voor hun eventueel falen. Het regiem dat nu aan de macht is, straks voor een tweede termijn, heeft die trekken van een altijd de vinger naar anderen wijzende regeerder. We hebben het over het FEP dat het vuile werk voor de president heeft opgeknapt. Onze president wist precies wat moest worden gedaan, hij wist welke maatregelen voor de hand liggen en welke hij wilde uitvoeren, maar het besluit zal hij nu zwaar laten steunen op een advies dat door anderen is genomen. Aan het eind van de dag zal onze leider zeggen: ‘ma a no mi’. Het doet denken aan de situatie van de Juspol-minister inzake de voorwaardelijke invrijheidsstelling. Hij had een commissie die hem adviseerde (niet bindend), maar uiteindelijk neemt de minister het besluit op eigen verantwoordelijkheid. Maar de minister wees steeds naar de commissie. Ook nu zijn niet bindende adviezen gegeven aan de president. Er zijn groepsbelangen die kunnen spelen in zo een platform. Maar hoe je het ook draait of keert, uiteindelijk is het de president die beslist welke beslissingen zijn kabinet zal nemen in het kader van het bankroet van de Surinaamse economie. De besluiten die de president zal nemen via zijn ministers, zijn de primaire verantwoordelijkheid van de president. Hij is daarvoor in zijn hoedanigheid verantwoordelijk en verantwoording verschuldigd aan het parlement. Het FEP is geen verantwoording verschuldigd aan de DNA (lees: het volk). Hoe ingewikkeld is het economische verhaal van Suriname? Niet al te ingewikkeld, de gemakkelijke opties om de staatskas te vullen lagen voor handen. Het is een goede zaak dat de president bij zwaarwegende maatregelen die zijn kabinet in overweging neemt, eerst consultaties houdt. Dat wordt social dialoog genoemd. Voor zware economische maatregelen die diep zullen ingrijpen in het leven van de burgers en de maandloners, werd indertijd de traditie van het politieke Tripartiet Overleg ingevoerd. Het TO is voornamelijk bedoeld voor tijden van ‘oorlog’, om de gevoelens van de verschillende stakeholders te stroomlijnen/harmoniseren. De maatregelen die genomen moeten worden, zijn kennelijk zo dringend dat ze al eind van de maand in place moeten zijn. Men heeft geen tijd voor een eventuele invulling van een nieuwe TO. Opmerkelijk is dat het FEP in schril contrast staat met de werkwijze van deze regering om sociaal dialoog op een laag pitje te houden. Consultaties en inclusief bestuur zijn geen sterk punt van deze regering geweest, zie maar het complete negeren van de wettelijk geboden SER. Kennelijk is de SER een ‘langa bere’ ding, welke militaristische overnight maatregelen en werkwijze in de weg staan. Als we kijken naar de output van het FEP, dan zijn verhoging van de government take op brandstof, en de verhoging van de elektriciteit- en watertarieven de hoofdmaatregelen voor de korte termijn. De government take wordt door een NDP-regering voor een tweede keer verhoogd. In 2010 was luid geschreeuwd dat het NF misdadig bezig was geweest om de take in te voeren. De NDP zou het afschaffen, zo snel mogelijk. Toen het moment daar was, werd het juist verhoogd. Nu is een tweede verhoging door de NDP aanstaande. Voor elektriciteit en water wordt al een hele tijd gezegd dat die tarieven niet marktconform of kostendekkend zijn en geen ruimte laten voor toekomstige consolidatie- en uitbreidingsplannen. De regering is enige tijd op het punt geweest om deze tarieven te verhogen. Water- en elektriciteitssubsidies kosten de Staat ca tientallen miljoen SRD per maand. Wanneer de overheid deze kosten nu overhevelt op de consument, dan zal deze groep maandelijks enkele tientallen miljoenen minder te besteden hebben. Het bedrijfsleven zou dat kunnen gaan voelen in zijn omzet. Daar moet dan in acht worden genomen dat hier bovenop het bedrijfsleven ook mee moet betalen voor de tarieven en bovendien ook nog nieuwe onkosten heeft vanuit de pensioen- en basisziektekostenverzekering. Ook zijn er minimumloonregels. Hoe zal het bedrijfsleven dit alles opvangen? Het FEP is met een advies gekomen, maar wie zal dat allemaal beoordelen en het op zijn ware merites bekijken? In het FEP hebben ook werknemersvertegenwoordigers geparticipeerd. Is dit verhogen van tarieven een voorstel van deze vertegenwoordigers? Of hebben ze een minderheidsstandpunt dat niet in het meerderheidsadvies wordt vermeld? Beweerd wordt dat de dalende prijs van olie de verhoging van de government take draaglijk zal maken. De vraag is wel hoe de regering het gat dat zal ontstaan nadat deze tijdelijke maatregel wordt afgeschaft, zal opvangen.
Gemeld wordt dat behalve vermindering van subsidies er bezuinigd moet worden, terwijl de inkomsten moeten toenemen en de middelen efficiënt besteed worden. Dit laatste doet denken aan de eerste Financienminister in het kabinet Bouterse 1. Concreet heeft het te maken met het misbruiken van middelen waarover men de beschikking heeft en de corruptie die een heel groot deel van de begroting wat betreft de ‘beleidsmaatregelen’ (niet de apparaatskosten) opslokt. Wat de efficiëntie betreft, moet de regering meer duidelijkheid bieden. Daarbij moet men ook beantwoorden waarom men dit advies van de eerste minister niet heeft gevolgd. Wat wel duidelijk is, is het feit dat het een slecht economisch beleid van de president en zijn groep is dat het land bankroet heeft gemaakt. Nu wil hij het schuiven op een wereldfenomeen dat niet bestaat. Het meest bezwaarlijke in alles is dat de regering duidelijk laat blijken dat het niet heeft geleerd uit de fouten die ze heeft gemaakt. Dat wil zeggen dat we zullen voortgaan op de oude weg.