Het vonnis in de zaak die de politieke organisatie Pertjajah Luhur (PL) tegen assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons heeft ingediend, zal pas na de recesperiode van de rechterlijke macht in orde kunnen worden gemaakt. Kortgedingrechter Ingrid Lachitjaran heeft met advocaten van beide partijen afgesproken dat op 13 augustus er geantwoord wordt op de vordering, waarna repliek op 7 september kan volgen. Daarna zal deze zaak naar oktober gaan. Advocaat Nailah van Dijk, die Geerlings-Simons bijstaat, zegt aan Dagblad Suriname dat zowel de rechter als advocaat Gerold Sewcharan, advocaat van de PL, in die periode uitlandig zullen zijn. Gezien de lijvige agenda van de magistraat is volgens haar toch geprobeerd deze zaak in te schuiven. Sewcharan opperde voor de rechter dat er binnen twee weken een vonnis in deze zaak moet komen. Van Dijk vindt echter dat er helemaal geen spoedeisende karakter is om de zaak te versnellen. Zij vindt dat er ook rekening gehouden moet worden met het feit dat het parlement ondertussen ook een besluit heeft genomen om het vonnis van de rechter rustig af te wachten, alvorens bepaalde stappen te nemen. Het parlement heeft volgens haar ook beslist dat de toelating van Raymond Sapoen en Diepakkoemar Chitan rechtsgeldig is, waarbij Geerlings-Simons geen enkele wettelijke regelingen heeft overtreden. De kortgedingrechter vindt dat de zaak in alle rust moet worden behandeld. Zij zag het spoedeisend karakter niet in.
Van Dijk vindt dat de uitkomst van de tweede zaak ook afgewacht moet worden, waar de PL-dissidenten een zaak tegen de PL hebben aangespannen. Op basis van de uitkomst hier kan er volgens haar een verandering komen in de houding van de DNA-voorzitter tegenover de overlopers. Sewcharan vindt dat de rechter eerst zijn pleidooi in de andere zaak moet volgen alvorens een schema in deze zaak af te spreken. Van Dijk heeft zich daartegen verzet, omdat zij van mening is dat het gaat om twee verschillende zaken, waar verschillende belangen spelen. ‘De zaken moeten dan niet in die zin vermengd worden met elkaar, omdat er belangen zijn die niet op één lijn lopen. Het is nodig dat wij dus alvast een schema vaststellen, omdat de zaken zoveel mogelijk gescheiden van elkaar gehouden moeten worden’, stelde Van Dijk. Haar verzoek werd ingewilligd door de rechter.
Vonnis eerste zaak tegen Simons schept geen precedenten
Van Dijk zegt dat het vonnis in de eerste zaak een kortgeding vonnis is, wat volgens haar tegelijkertijd betekent dat het niet in gezag van gewijsde gaat. In die zin schept het geen precedenten, omdat je altijd weer een bodemprocedure kan indienen en zelfs in hoger beroep gaan. De rechter gaf toen aan dat Geerlings-Simons als functionaris van DNA wel voor de rechter gedaagd kon worden. ‘Ik wil wel zeggen dat wij het niet eens zijn met die stelling van de kortgedingrechter in die zaak, maar wij blijven erbij dat trias politica maakt dat de machten niet zodanig invloed zouden kunnen uitoefenen. Nu vraagt de PL aan de kantonrechter in kortgeding om de voorzitter te veroordelen om die leden niet meer toe te laten en te weren van het terrein. Het CHS heeft ook al een besluit genomen. Er zijn dus geen gronden om de voorzitter voor het gerecht te slepen’, stelt de advocaat. Een vonnis van de rechterlijke macht zou volgens de advocaat geen invloed kunnen uitoefenen op de samenstelling van de wetgevende macht.
FR