De VHP kreeg de ruimte om haar ontwikkelingsvisie kenbaar te mogen maken zodat die in het regeerprogramma kan worden opgenomen. Eerder is door de VHP reeds beleidsissues aangedragen door ons aangedragen met betrekking tot herziening kiesstelsel, een forum t.a.v. oneigenlijke mutaties en ontheffingen van ambtenaren en uitsluiting van ondernemers. “Uw verkiezingsprogramma is eveneens doorgenomen en geconstateerd dat daarin doelen en prioriteiten zijn aangegeven die grote overeenkomsten vertonen met ons partijprogramma. Het zal daarom niet moeilijk zijn om meer issues voor te leggen waarvan u het belang onmiddellijk zult onderkennen en onderschrijven. Maar tussen ons bestaan ook grote verschillen. Soms over de richting van ontwikkeling, maar vooral over de wijze van uitvoering zijn er grote verschillen, dusdanig groot, dat wij politieke tegenstanders zijn. Daar waar economie en andere ordenende principes van een samenleving vastlopen, kan de politiek oplossingen bieden, niet door het opzij schuiven van de orde maar door het faciliteren ervan. Het onderwerp dat de samenleving intensief bezig houdt is het onderzoek naar de ‘8 decembermoorden van 1982’, u spreekt liever over de ‘8 december gebeurtenissen’. Als wij in staat zijn deze te leiden naar een oplossing, zullen wij ons land een grote dienst bewijzen. De poging in 2012 deze aangelegenheid via DNA opgelost te krijgen is niet gelukt, de verdeeldheid werd alleen maar pijnlijker manifest. Ik wil u in overweging geven om, zo u wilt samen, naar wegen te zoeken, om deze aangelegenheid op te lossen op een wijze die acceptabel is voor alle betrokkenen, niet met macht, maar met de faciliterende mogelijkheden en takt, zonder het recht opzij te schuiven. Wij behoeven niet over elk onderwerp identiek te denken, maar er zijn hoofdzaken die, als wij daar wat meer overeenstemming over zouden hebben het, de samenleving ten goede zou komen. De VHP is geen deel van de coalitie, en dit schrijven is ook niet bedoeld als zoektocht in die richting, maar goede communicatie tussen de coalitie en de oppositie kan veel betekenen” ”, stelt de VHP in een schrijven aan de formateur Bouterse.
Samen met dit schrijven stuurde de VHP haar visie over de verdere ontwikkeling en belangrijke beleidsissues. De VHP gaat voor een nationaal gedragen meerjaren ontwikkelingsplan dat Suriname geprogrammeerd moet leiden naar een duurzame levenstandaard voor een ieder. In dit plan zijn de navolgende issues van beland: “In onze multi-etnische en multiculturele samenleving mag het beleid geen dubbele standaarden hebben. De Wet op openbaarheid van bestuur zal worden afgekondigd. Een Bureau voor de ombudsman met sterke bevoegdheden zal een hoog orgaan van de staat worden. De rechterlijke macht zal financieel en organisatorisch in staat gesteld worden om onafhankelijk te kunnen functioneren.
Het regeringsbeleid zal concrete stappen moeten aangeven voor e-government. Het sociaal beleid zal altijd inhouden voldoende en gerichte bestrijding van armoede. De staat zal verantwoordelijk zijn voor ondersteuning van kwetsbare groepen in de samenleving. Het onderwijsbeleid zal georiënteerd zijn op de gewenste ontwikkeling van het land. Beroeps- en hogere opleidingen moeten voldoen aan de huidige en toekomstige vraag uit het bedrijfsleven. Ook voor vroegtijdige schoolverlaters zullen trainingen worden verzorgd voor het bijbrengen van voor de samenleving nuttige en inzetbare vaardigheden. Online educatie systemen zullen worden ontwikkeld met regionale scholingscentra. Nadruk zal ook gelegd worden op wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling van productiesystemen. De regering zal condities en voorwaarden creëren voor kleine en middelgrote ondernemers die bedrijven wensen op te zetten voor importvervanging en export. Met onder meer concrete en gerichte fiscale faciliteiten (belastingvoorzieningen, afschaffing dividend belasting) zullen deze ondernemers worden ondersteund. Onze belasting wetgeving zal worden aangepast. Het industrialisatie beleid zal moeten zorgen voor sterke bevordering van (verdere) bewerking en verwerking van onze grondstoffen en primaire producten, die nu worden geëxporteerd (hout, goud, vis, groente en fruit, rijst, etc.) tot finale producten. De ontwikkeling van de agro sector, incl. de agrotechnologie, zal versneld ontwikkeld worden via ondersteuning van de private sector, waarbij voornamelijk gedacht wordt aan de palmolie-, aquacultuur-, drooglandrijst- en de vee voedergrondstoffenproductie en via maatregelen ter verlaging van de productie kosten. Het energie beleid zal gericht zijn op efficiëntie van het energieverbruik en op de ontwikkeling van alternatieve energie bronnen. Het ethanol project zal worden afgerond en in productie worden genomen. Besprekingen zullen weer worden opgestart tot de afronding van de voorbereiding en eventuele uitvoering van het Tapajai project. Het gebruik van zonne-energie zal worden bevorderd. De kern van ons economische ontwikkelingsbeleid zal liggen in pragmatisme. Staatsuitgaven zullen nimmer de inkomsten van het land overschrijden. Voldoende monetaire reserves zullen worden wel worden gehandhaafd voor een veilig beheer en bestuur van het land. De inflatie zal laag en beheersbaar gehouden worden. Infrastructuur investeringen moeten afgestemd zijn op de gewenste economische (en sociale) ontwikkeling. De mijnbouw moet duurzaam ontwikkeld worden, met de primaire kansen voor ondernemerschap en inkomens voor eigen burgers. Er zullen doelen gesteld worden om de economie weer gezond te maken. De veiligheid, het gevoel van veiligheid en de rechtshandhaving moeten veel beter. Relatief eenvoudige maatregelen kunnen veel verlichting brengen zoals meer preventie door zichtbare en aanspreekbare politie op straat. Verder kunnen als prioriteitsmaatregelen genoemd worden, strafverzwaring voor delicten die gepleegd worden in woningen en delicten met excessief geweld, resocialisatie van first offenders ( scheiding bij opsluiting tussen first offenders en recidivisten). Het beleid voor gratie en voorwaardelijke invrijheidstelling moet worden aangepast. Handhavings bevoegdheden verruimen bij bijzondere wetten en verkeerswetten, waardoor de druk op Rechterlijke Macht vermindert. De looptijden bij RM moeten verkort worden. Strengere wetgeving en naleving voor de zorg voor het milieu zijn nodig, ook als het gaat om watervervuiling middels kwik, modder of anderszins. Vervolging van aanneembare corruptie beschuldigingen en eventueel bestraffing zal ter hand worden genomen door de daartoe bevoegde autoriteiten. Ook de voortdurende onrechtmatige occupaties van grond, die een ernstige inbreuk maken op het eigendomsrecht van burgers, zullen aangepakt moeten worden”.