De raadslieden Irene Asarfi-Lalji en Oscar Koulen vinden dat de BBS’er Jeevan B., vanwege impulscontroleverlies zijn 35-jarige vriendin Reshma Basropansingh zou hebben doodgeschoten. De raadslieden haalden aan dat de verdachte juist het slachtoffer in de relatie was, omdat hij alles voor de onderwijzeres deed, zonder ooit iets terug te krijgen. Zo bekostigde hij alles voor het slachtoffer, zonder haar ooit te dwingen seksuele omgang met hem te hebben. Hij heeft zich zodanig opgewonden toe hij zag dat zijn vriendin een zuigvlek aan haar nek had, dat hij zijn zelfcontrole verloor. Jeevan zou zijn dienstwapen tevoorschijn hebben gehaald en deze hebben gespannen. Echter werd hij door het slachtoffer aan zijn arm gebeten, waardoor het wapen afging. De raadslieden voerden aan dat de verdachte nimmer het idee had om zijn ‘meisje’ te doden. Immers, hij was van plan om het volgende jaar met haar te trouwen, aangezien hij haar al vijf jaar kende. Ook de aan de verdachte uitgereikte dagvaarding en de daarin opgenomen beschuldiging zijn niet te herleiden tot een duidelijkheid voor de verdachte. In de tenlastelegging is onduidelijk welk strafbaar feit de veradchte heeft begaan, omdat daarin aan de orde wordt gesteld de opgave van het feit en daaronder de vermelding van wat artikelen. Dit alles is volgens de raadslieden juridisch innerlijk tegenstrijdig. De verdediging meent dat de dagvaarding derhalve nietig is. In deze zaak heeft het OM een celstraf van tien jaar gevorderd.
Het ontzielde lichaam van Basropansingh is op woensdag 27 augustus in haar auto aangetroffen. De auto stond in de zijweg te plantage Waterloo geparkeerd. Het lijk vertoonde een schotverwonding. Na zijn daad had Jeevan zijn dienstwapen weggegooid en had hij een valse aangifte gedaan van vermissing van zijn vuurwapen. Een dag voordat het ontzielde lichaam was ontdekt, dinsdag, was een man aan de Fredericiweg, niet ver van de plaats waar het voertuig met het lijk was gevonden, een winkel binnengegaan om te bellen. De persoon die dit aan de politie heeft gemeld, werd door zijn schoonbroer erop geattendeerd dat de man een vuurwapen aan de voorzijde van de handelszaak tussen enkele bloemen had bewaard. De politie spoorde de eigenaar van het wapen op en kwam tot de conclusie dat het toebehoorde aan de Beveiliging en Bijstanddienst Suriname (BBS). Aan de hand van camerabeelden van de winkelzaak werd het voor de politie duidelijk dat er een verband bestond met de beller die aangaf dat er een voertuig onbeheerd stond in het Lachmanproject. Na verder onderzoek bleek het wapen op naam te staan van Jeevan die met medewerking van de commandant van BBS werd aangehouden en overgedragen aan de politie in Nickerie. De verdachte heeft vanaf het begin toegegeven dat hij het slachtoffer om het leven heeft gebracht. Op 14 augustus zal het OM repliceren.
FR
