De verkiezing van de voorzitter en de vicevoorzitter van de DNA hadden iets weg van die welke plaatsvond in 2010. Ook daar hadden enkele politici zich niet gehouden aan de afspraken die in kleiner of groter verband waren gemaakt. Bij de verkiezing van de voorzitter van DNA bleek een oppositielid voor de coalitie-kandidaat te hebben gestemd. Het was nog niet direct duidelijk wie dat was, maar de zaak werd duidelijker na de verkiezing van de vicevoorzitter. Die persoon kwam hoogstpersoonlijk van de Abop en over ‘wie specifiek’ hoefden kenners niet lang na te denken. Een dag erna werd door de Abop-voorzitter het vermoeden van velen bevestigd: het was de bijna ex-minister van Juspol bij Abop. Deze politicus wordt niet vertrouwd binnen de Abop en ook niet binnen de coalitie. We zien dat deze minister in zijn hele loopbaan als minister constant bezig is geweest met het uitvechten van persoonlijke vetes. Het stemmen op de oppositiekandidaat leidt tot een aantal conclusies. Ten eerste: de politicus heeft geen respect voor de Abop en diens voorzitter. Hij neemt de partij als een bacovewinkel waar het belang van afspraken niet al te hoog is. Er wordt afgesproken om op de eigen kandidaten te stemmen, maar hij wijkt af. Daarbij wordt niet afgestemd met de partijleiding. Ten tweede: de persoon is niet blij met zijn stoel in de oppositie. Hij heeft een duidelijk signaal gegeven dat hij ruzie heeft met de grootste oppositiepartij en dus in principe aan de andere kant zou willen zitten. Ten derde: er zijn vanuit het korps aantijgingen richting deze minister geweest dat hij niet veel belang hecht aan ook het artikel 8 van de grondwet. Het een en ander zou aannemelijk te maken zijn met de ruzies die de man heeft gezocht in de afgelopen periode. Een andere conclusie die uit het stemgedrag valt af te leiden, is dat hij minister wil blijven op Juspol. Alhoewel hij op enkele mondelinge SO’s een strategische voldoende zou hebben gehad, is het eindcijfer die de president voor ook hem had een diepe onvoldoende. Die onvoldoende was zo diep, samen met die van de andere ministers, dat de president de hele partij diskwalificeerde om mee samen te werken. Dat deze politicus de Abop niet loyaal is, blijkt uit het feit dat hij het onvoldoende heeft willen schuiven in de schoenen van de andere Abop-ministers. Het feit dat de NDP de Abop heeft verbannen naar de oppositie, is voor een belangrijk deel te wijten aan de onderprestatie van deze Juspol-minister. In zijn verkiezingsprogramma/beleidsvisie 2015-2025 heeft de NDP uiteindelijk toch onderkend dat er sprake is van een onveilig gevoel in de samenleving. Duidelijk is dat de Abop-vertegenwoordiger in een boot zit, waar hij zelf naar buiten wil springen of een aantal mannen/vrouwen naar buiten wil kieperen. We hebben eerder gesteld dat deze minister niet tot de sterksten heeft behoord in de coalitie. Hij leefde heel vaak op gespannen voet met de rechten die hij als minister in eerste instantie – boven alle andere ministers – moest beschermen, en dat zijn de grondenrechten, waartoe ook behoren bijvoorbeeld de vakbondsvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Deze functionaris heeft zich heel vaak denigrerend uitgelaten tegen bepaalde kritische media. Ook heeft hij zwaar ingehakt op ten minste één vakbond en zijn vertegenwoordigers. Toen werd zelfs gezegd door ervaren vakbondstoppers dat de minister bezig was een vete uit te vechten. Personen die bezig zijn vetes uit te vechten, zijn het meest ongeschikt om het politieke werk van volksvertegenwoordiger te doen. We hebben eerder aangegeven dat deze minister zich niet heeft geprofileerd als een bewindsman, meer als ‘een man van Ephraim’ en dus een politicus. Hij was constant bezig met klappen uitdelen en heeft nu vijanden in het parlement. Daarmee behoort hij tot een selecte groep van 1 persoon. De Abop-voorzitter heeft begrip voor deze actie van zijn DNA-lid, het is immers ook zijn neef. De Abop-voorzitter zegt dus dat de Abop’ers met hun officiële posities hun persoonlijke vetes mogen uitvechten en ten eigen bate mogen aanwenden. De Abop-voorzitter richt daarbij schade aan zijn partij. De vraag rijst nu hoeveel persoonlijke vetes deze minister in zijn korte carrière allemaal heeft uitgevochten. Wie heeft hij allemaal benadeeld? En op grond waarvan? Wie heeft hij allemaal bevoordeeld ten opzichte van wie? Met wie en welke groepen heeft deze minister een koude oorlog? Gaat het ook om stammen gerelateerde oorlogen tussen ‘liba’s’?
Uit deze hele affaire is het weer duidelijk geworden dat politieke partijen steeds meer als een ongeordende organisatie worden gedraaid. Politieke vorming wordt achterwege gelaten, alles wordt gegooid op regelarij. Inmiddels is duidelijk dat de coalitie kan rekenen op 33 stemmen. De komende dagen zijn genoeg om tot 34 of meer zetels te komen die de NDP-presidentskandidaat zullen ondersteunen. Wat men in ruil daarvoor krijgt, is onduidelijk en dit zal bepalen of men ook steun zal zijn voor de vp.