Afgelopen zaterdag hebben wij de laatste eer bewezen aan broer-neef John. Deze letterlijk grote man behoorde tot een helaas uitstervend ras: Surinamers die dat zijn in hart en nieren en voor wie eigen (materieel) gewin plaats maakt voor het algemeen belang. Tijdens de uitvaartplechtigheid is op verschillende wijze de veelzijdigheid van deze markante man belicht. Hoewel het vooral zijn bestuurlijke vaardigheden en verwezenlijkingen zijn die de meeste mensen zich kunnen heugen, is het zijn grote liefde voor natuursteen en zijn droom om deze verborgen nationale schatkamer te openen waar ik hem professioneel het beste om ken.
Er is niemand in de historie van ons land die met zoveel verve een lans heeft trachten te breken voor het ontwikkelen van de natuursteenindustrie. Geld noch moeite heeft hij gespaard om te leren, de markt te ontwikkelen en mensen bewust te maken van de mogelijkheden voor ons land.
Toen ik enige jaren geleden werd benaderd door de toenmalig president-directeur van de NV. Grassalco, dhr. Glenn Gemerts, om te assisteren bij de ontwikkeling van de natuursteengroeve te Patamacca, was oom John natuurlijk de eerste bij wie ik langs ging.
In die tijd was ik voornamelijk bezig met de realisatie van die andere industrie, de kaolienindustrie. Van natuursteen wist ik dus nog niet veel af. Wel had ik nodige kennis en ervaring om een geheel nieuw nationaal product te ontwikkelen. Al gauw liet oom John mij zien wat voor mogelijkheden het natuursteen voor Suriname allemaal te bieden had. En ook de eenvoud waarmee dit eigenlijk allemaal te realiseren zou moeten zijn. Waarom dit dan nog niet gebeurd was had enkele oorzaken, maar de voornaamste was volgens hem het gebrek aan risicokapitaal. Mijn adviserende taak bij Grassalco veranderde al snel in een projectmanagementtaak. De eerste grote uitdaging waar wij voor stonden, was de export van een vijftiental grote blokken graniet naar de rechtmatige eigenaar in de Verenigde Staten. Deze blokken waren de restanten van de eerste operatie van de groeve in het begin van de jaren ’90, een ontwikkeling waar oom John nauw bij betrokken is geweest en waar hij een heel nare nasmaak aan had overgehouden. Daar scheen hij niet de enige in geweest te zijn.
Na het succesvol volbrengen van deze taak was het operationaliseren van de groeve de volgende stap. De onderhandelingen met een internationale afnemer waren met succes afgerond, wat de deuren had geopend naar deze grote mijlpaal. De eerste naar internationale maatstaven gebouwde natuursteengroeve in Suriname was een feit! Jammer genoeg werd oom John rond die tijd erg ziek. Nadat hij weer wat was opgeknapt, heb ik de gelegenheid gehad om hem en Harrold Pollack, die ook niet meer onder ons is, de groeve in operatie te laten zien. Ik hield hem regelmatig op de hoogte van de ontwikkelingen, zeker als er weer een export gaande was of er aan stond te komen.
Voortbordurende op het succes van de Patamacca-operatie, die als schoolvoorbeeld en experimenteerruimte moest dienen, hebben wij gezamenlijk een plan ontwikkeld voor de ontwikkeling van de Surinaamse natuursteenindustrie. In dit plan zou de NV Grassalco als katalysator optreden door het sluiten van partnerschappen met ondernemers in de industrie. Grassalco is immers ons aller eigendom en het onvermijdelijke risico dat gepaard gaat met pioniersontwikkeling dragen wij dan op ons alle schouders.
Dit plan is jammer genoeg nooit tot uitvoering gekomen. Glenn Gemerts moest plaats maken en hoewel in eerste instantie de nieuwe leiding een gezonde dynamiek vertoonde, is de daadwerkelijke realiteit anders geweest. De Patamacca-groeve staat er thans verloren bij en de internationale afnemer tast al jaren in het duister over waarom er geen zaken meer gedaan kunnen worden.
Veel van onze kundige mensen gaan heen met kennis zonder de kans te hebben gehad haar over te dragen. Dankbaar ben ik voor de vele momenten die ik met oom John heb mogen besteden en het vele dat ik van hem heb mogen leren. Als mens is dit voor ons natuurlijk nooit genoeg geweest, maar wij proberen vrede te hebben met dat wat het is.
Oom John zal vanuit de andere wereld af een toe een oogje op ons werpen. En wij zullen ons ervoor blijven inzetten dat bij één van die momenten hij al die verschillende onderdelen van zijn gedroomde natuursteenindustrie tot volle bloei zal zien.
Rogier I. Cameron