Vandaag is het internationale dag tegen kinderarbeid. Volgens artikel 32 (bescherming tegen kinderarbeid) van dit verdrag heeft Het kind heeft recht op bescherming tegen economische uitbuiting en tegen werk dat gevaarlijk en schadelijk is voor zijn of haar gezondheid en ontwikkeling of de opvoeding hindert. In Suriname komt kinderarbeid ook in verschillende vormen voor, denk maar aan de kinderen die op de straten knippa’s en awara’s verkopen, in de winkels staan, ook zijn er kinderen in het binnenland die arbeid verrichten in de mijnbouwsector.
Echter spelen 2 factoren een belangrijke rol bij de uitbanning van kinderarbeid waaronder het onderwijssysteem en de aanpak van armoede. In Suriname is de leerplicht tot heden vastgesteld tot 12 jaar, terwijl volgens het internationaal arbeidsverdrag een arbeidsleeftijd van 16 jaar is vastgesteld. Dit geeft ons een gap van 4 jaren. De leerplicht wet opgenomen als een artikel in de conceptwet basis onderwijs ligt nog bij DNA en moet behandeld worden. Echter hopen wij dat deze wet dit termijn spoedig behandeld zal worden in DNA.
Vanaf het schooljaar 2012/2013 is het inschrijfgeld voor Basis en VOJ scholen afgeschaft. Dit heeft onderwijs voor kinderen tot een zekere mate toegankelijker gemaakt, maar echter leeft het probleem van kinderarbeid nogsteeds in de Surinaamse samenleving. Behalve het inschrijfgeld brengt scholing nog meer kosten met zich mee zoals transportkosten en kopieerkosten. Deze moeten gedragen worden door de ouders/verzorgers van het kind. Gezien er nog gezinnen die armoede lijden, zijn niet alle ouders in staat deze te dragen. Over deze kinderen van de benedenlaag moet er nagedacht worden om dit probleem aan te pakken.
Het vraagstuk uitbannen kinderarbeid moet landelijk structureel aangepakt worden.