Daags terug verscheen het verontrustende nieuws in de media dat een douanetopper zou zijn bedreigd, omdat hij (preventieve/conservatoire) maatregelen zou hebben getroffen tegen enkele van zijn ondergeschikten die een scheve schaats zouden hebben gereden. Dat wil zeggen dat het om een serieuze zaak gaat waar de betrokkenen bereid zijn om risico’s te nemen. De belangen zijn hoog, er zijn kennelijk meer mensen betrokken in het geheel dan alleen de directe medewerkers. Tegelijkertijd wordt door de Akmos geklaagd over de traagheid bij de douane die te maken zouden hebben met ‘corruptie binnen het douaneapparaat’. Volgens de organisatie zou er nog werk aan de winkel zijn om corruptie binnen de dienst uit te bannen. De douane is een ‘challenged’ organisatie sinds in elk geval de jaren ’90 toen ‘zwart’ (blaka) zijn intrede deed in de Surinaamse economie. Opeens was het beroep van douane lucratief, de ‘hoog conjunctuur’ is nooit veranderd en duurt min of meer voort. Het beroep van douane werd sexy en veel jongelingen willen nog steeds graag douaneambtenaar worden. De sieraden en de mooie auto’s trekken aan. Met wisselende regelmaat heeft het reilen en zeilen bij de douane, sterk aangestuurd door een deel van het bedrijfsleven, aandacht gehad van de opeenvolgende regeringen. Een keer was de issue hoog opgelopen en punt van discussie in DNA. De vraag was of douaniers ‘lekkers’ mochten accepteren van tevreden klanten (lees: ondernemers). Als we ons niet vergissen, had het e.e.a. ook de aandacht van de bond. Toen zou een vreemd besluit genomen om in enige mate en onder zekere voorwaarden het aannemen van giften wel toe te laten. Min of meer rond die periode was ook aan de orde het ‘performance based’ maken van de belastingdienst. Onder de huidige regering zijn zeer voorzichtige pogingen ondernomen om indirect via de pre-shipment procedure de zaak aan te pakken. Het project strandde vanwege verzet, er zouden teveel verliezen worden geleden buiten de Staat om. De douane heeft in de programma’s van enkele partijen die zetelwinst hebben gehaald bij de recente verkiezingen zeker specifieke aandacht, het meest nadrukkelijk en to the point dat van de NDP. Het is in de afgelopen beleidsperiode weliswaar niet gelukt om de anti-corruptiewet te realiseren, echter is deze wel
volledig voorbereid en is het verwachtbaar dat deze binnen afzienbare tijd ter behandeling op de agenda van DNA zal worden geplaatst, staat in het programma. ‘Het is evenwel niet overbodig om opnieuw te benadrukken dat de wet slechts als sluitstuk zal dienen van een aantal maatregelen van preventieve aard. Er zal bijzondere aandacht gegeven moeten worden aan corruptiegevoelige sectoren zoals de douane..’, aldus het programma. De NDP, die weer aan de basis zal staan van een nieuw te formeren regering, presenteert de zaak onverbloemd. Een integriteitsprobleem bij de douane kost de Staat geld en oefent een neerwaartse druk op de productiviteit in het bedrijfsleven. De AC is iets gematigder en heeft het in haar programma over ‘aanpassing van het douane- en belastingstelsel’ en noemt expliciet ‘voorkomen van onderfacturering bij importen’. Dit is inderdaad onderdeel van het integriteitsprobleem. De DOE stelt zich in haar programma wat de douane betreft, conformistisch op: niemand moet boos worden. Het programma heeft het over het versterken van de douane voor de bescherming van de samenleving tegen smokkel, ongewenste gasten, en drugs. ‘Hierbij moet ook gewerkt worden aan het verhogen van de integriteit en de weerbaarheid van deze diensten’, aldus het programma. Bij deze drie partijen die potentieel onderdeel zullen zijn bij het realiseren van het nieuwe regeerkabinet, is er een besef over corruptie bij de dienst en men is min of meer specifiek daarover. Dat is een goed begin om de zaak uiteindelijk bij de douane aan te pakken. Het zal echter moeilijk blijven vanwege de verwevenheid van kader en corruptie directe maatregelen te treffen dan wel resultaten te verwachten. Of anders zal men drastische maatregelen moeten doorvoeren, zoals onze Georgische gasten ons hun success story over corruptie voorhielden. De bevolking was ‘fed up’ met het slachtoffer zijn van corruptie. De politiek werd door de kiezer gedwongen om eindelijk de strijd tegen corruptie hoog op de politieke agenda te zetten en het niet alleen te laten met woorden. De uitdaging was volgens de Georgiërs de vraag of het mogelijk is om iedereen die tot op het bot verrot is, te transformeren naar rechtgeaarde wetsdienaren. Het Georgische uitgangspunt was, dat zulks onmogelijk was. Men achtte het niet mogelijk om corrupte douane te trainen en om te vormen. Het resultaat was een massaal ontslag en het opzetten van een gezond systeem met een gezonde bemanning. Het wordt interessant om in het ontwikkelingsplan en de regeringsverklaring straks te vernemen hoe de nieuwe regering deze zaak aanpakt en of het in een lade verdwijnt. Dit laatste zou neerkomen op kiezersbedrog.