De staf van het ministerie van Openbare Werken heeft gisteren een persconferentie belegd om informatie te verschaffen over hoe zij het probleem van de huidige wateroverlast zal aanpakken. Er is gesproken over de werkzaamheden die Openbare Werken, met name de afdeling Ontwateringswerken, gaat uitvoeren om het overtollige water verantwoord af te voeren. Het ministerie was door verschillende directieleden vertegenwoordigd, waaronder onderdirecteur Krisnadath van Regionale Ontwikkeling, waarnemend hoofd Claudia Maatsen namens Vuilophaal en Verwerking , directeur Santosh Soman van Civieltechnische Werken en onderdirecteur Satish Mohan van Natte Civieltechnische Werken.
Met de grote regentijd in het vooruitzicht heeft het ministerie kenbaar gemaakt wat zij zal doen in de komende periode. Directeur Soman gaf aan dat de knelpunten o.a. liggen bij de duikers. Die zijn op verschillende hoogten gelegd en beschikken niet over de juiste diameters. De doorvoer van het water wordt gestremd. De gemeenschap moet daarvan bewust gemaakt worden. Het vervuilen van de trenzen met petflessen en ander plastic materiaal en het niet opschonen van de inritten is schering en inslag. De petflessen veroorzaken heel vaak verstoppingen in de riolering en in kokers. Er zijn ook verkavelingsprojecten waar er niet volgens de geldende vergunningsvoorwaarden is gewerkt. Doordat de afwatering bij zulke projecten niet geregeld is, zorgt het in de rest van het gebied voor overlopen of onder water raken van gebieden. De directeur heeft aangegeven dat er strengere maatregelingen getroffen zullen worden, waarbij er controle uitgeoefend zal worden met betrekking tot sluizen. Verstoppingen zullen in samenwerking met Openbaar Groen worden ontstopt en de eisen voor verkavelaars zullen verscherpt worden, waarbij de verkavelaar een voorlopige verkavelingsvergunning krijgt totdat hij alle zaken in orde gemaakt heeft. “Wij willen benadrukken dat wij een goede samenwerking willen met de burgerij”, aldus directeur Soman. Het ministerie doet ook een beroep op de gemeenschap om vuil niet ergens te dumpen, maar te wachten tot het opgehaald wordt.