Stichting 8 December 1982: ‘Presidentskandidaat Bouterse nog steeds onacceptabel’

dblogoDe Stichting 8 December 1982, bij monde van hun voorzitter Sunil Oemrawsingh, wenst de Surinaamse gemeenschap en de gekozen DNA-kandidaten van de partijen VHP en NPS bij de verkiezingen op 25 mei 2015 het volgende voor te houden. De voorzitter van de Pertjajah Luhur, Paul Somohardjo, partner in de politieke combinatie V7, heeft in de media naar voren gebracht dat zijn partij ondersteuning gaat verlenen bij de eventuele verkiezing van de verwachte presidentskandidaat D.D. Bouterse in DNA. Het argument dat gebruikt wordt is dat het de republiek minder tijd en geld gaat kosten, omdat de NDP in de VVV toch een meerderheid heeft.
De Stichting 8 December 1982 is van oordeel dat de beleving van de democratie niet gekoppeld kan en moet worden aan het materialisme. De democratie is een bestuursvorm en geen winst gedreven organisatie. De Stichting 8 december 1982 heeft in 2010 samen met de Nieuw Front-fractie waar de NPS,VHP, DA’91 en de SPA onderdeel van was, een gezamenlijke protestbrief geschreven naar De Nationale Assemblee, waar onder andere onderstaande argumenten werden aangehaald tegen de kandidaatstelling van D.D.Bouterse voor het presidentschap van ons land.
Uitgaande dat de NPS en de VHP vertegenwoordigd in DNA 2015, zich solidair verklaarden aan het hierna volgende kan zij onmogelijk een ander standpunt anno 2015 innemen m.b.t. de verkiezing van de verwachte presidentskandidaat D.D. Bouterse.
De mensenrechtenorganisaties samen met het Nieuw Front deden in 2010 een dringend beroep op mevrouw J.Simons, voorzitter van DNA 2010, om de kandidatuur van Desiré Delano Bouterse af te wijzen, althans te oordelen dat hij niet verkiesbaar is voor de functie van president van de Republiek Suriname. Die kandidaat voldoet namelijk niet aan alle vereisten die in artikel 92 van de Grondwet voor deze functie zijn gesteld. In het bijzonder voldoet de kandidaat niet aan het vereiste dat hij “geen handelingen moet hebben verricht strijdig met de Grondwet”. Het is van algemene bekendheid dat Desiré Delano Bouterse herhaaldelijk de Surinaamse constitutie heeft geschonden. De organisaties beperkten zich in dit verband tot 3 (drie) voorvallen. Ten eerste heeft op 25 februari 1980 Desiré Delano Bouterse deelgenomen aan een staatsgreep, althans hij heeft een actieve rol bij die staatsgreep gespeeld, waarbij de democratische rechtsorde van Suriname omver is geworpen (Zie: Jozef Slagveer, De Nacht van de Revolutie).Volkomen in strijd met de constitutionele bepalingen heeft Desiré Delano Bouterse (tezamen met anderen) aldus door gebruikmaking van geweld staatsmacht naar zich toegetrokken. Een dergelijk handelen is strijdig met de Grondwet, doordat staatsmacht is verkregen welke niet op de Grondwet was gestoeld. Als tweede werd aangegeven dat op 8-9 december 1982 15 vermeende politieke tegenstanders van het toenmalige militair regiem zijn geëxecuteerd of anderszins om het leven gebracht. Desiré Delano Bouterse heeft op verschillende momenten publiekelijk bekendgemaakt dat hij daarvoor verantwoordelijk is. Het ‘recht op leven’ is echter in de Grondwet (zowel in die van 1975 als in die van 1987) als grondrecht verankerd. Indien Desiré Delano Bouterse verantwoordelijk is voor het ontnemen van het leven van deze 15 burgers van Suriname, heeft hij alzo strijdig met de Grondwet gehandeld. Het handelen ter zake moet namelijk in ieder geval aan hem als ‘verantwoordelijke’ worden toegeschreven.
Daarnaast is op 29 november 1986 door een eenheid van het leger het Marrondorp Moiwana aangevallen, waarbij meer dan 40 onschuldige mannen, vrouwen en kinderen zijn gedood en het dorp is vernietigd.
De betrokkenheid van Desire Delano Bouterse blijkt ook bij het ‘bevrijden’ van één der verdachten (Orlando Swedo) uit de politiecellen in april 1989. Door Desire Delano Bouterse is na dié bevrijding een persconferentie belegd, waarbij door hem is bevestigd dat de opdracht tot de inval in het dorp Moiwana van hem als bevelhebber afkomstig was. Verder is door hem aangegeven dat hij niet zal toestaan dat die inval door de burgerpolitie wordt onderzocht.
De Stichting 8 December 1982 doet een beroep op de volksvertegenwoordigers in het algemeen, gezien het bovenstaande, en de vertegenwoordigers van de politieke organisaties die de protestbrief in 2010 mede ondertekend hadden, tegen de kandidaatstelling van D.D.Bouterse voor het presidentschap van de Republiek Suriname te zijn, en gewetensvol te stemmen bij eventuele kandidaatstelling van de heer D.D.Bouterse, verdachte in het 8 Decembermoordproces.

error: Kopiëren mag niet!