Uit de pers hebben wij vernomen dat het Agrarisch Kredietfonds een bedrag van 1 miljoen euro krijgt om de rijstboeren tegemoet te komen tegen zachte voorwaarden. Dit zeer nobel streven van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij zal niet veel soelaas brengen aan de rijstboeren. Een eenvoudig rekensommetje leert ons dat op jaarbasis ongeveer 60.000 ha wordt ingezaaid (beide seizoenen). Een zachte lening, ter ondersteuning van de rijstbouw, per ha voor de rijstbouw wordt dus (€ 1000.000,00/60.000)= Euro 16,67 (SRD 75,00). Dit bedrag is een druppel op een hete plaat. Er wordt zoveel bekendheid gegeven aan het Agrarisch Kredietfonds, terwijl de beleidsmakers precies weten dat een lening van 1 miljoen euro bijlange na niet toereikend is voor deze sector.
Om 1 ha rijst te verbouwen (vanaf de grondbewerking tot het eindproduct), heeft de sector 165 liter diesel nodig. Elke Nickeriaan, elke Coroniaan (elke rijstboer) weet dat bij een inzaai van 60.000 ha op jaarbasis, de rijstboeren gerekend vanaf januari 2011 ongeveer SRD 2,= per liter diesel extra moeten betalen. Per ha wordt dat in geld uitgedrukt (165x SRD 2,= ) = SRD 330,= Bij een inzaai van 60.000 ha verdient de overheid extra uit deze sector (60.000 x SRD 330,=) = SRD 19.800.00,= (negentien miljoen achthonderd). Deze eenvoudige berekening geeft ons duidelijk aan dat de overheid niet serieus bezig is met de agrarische sector (met name in de rijstbouw). Al die mooie beloften welke via de radio en de televisie door beleidsmakers gepresenteerd worden, geven ons een vertekend beeld. De overheid verdient vanaf januari 2011 aan de verkoop van diesel nu extra SRD 19,8 miljoen. De overheid zou tenminste de helft van dit bedrag, welke neerkomt op SRD 9,9 miljoen, terug moeten geven aan de rijstboeren van Coronie en Nickerie in de vorm van een ondersteuning.
De minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij wil Suriname tot de agrarische schuur van het Caribische gebied maken. Met praten en mooie verhalen gaat dat niet lukken. De minister van LVV moet met deskundigen (landbouwingenieurs, economen, bodemkundigen) een goed beleid ontwikkelen om Suriname daadwerkelijk tot de agrarische schuur van de regio te maken. Met beleidsadviseurs als de PL-voorzitter gaat dit ministerie niet tot grotere hoogten gebracht kunnen worden. Deze beleidsadviseur begrijpt immers niets van de agrarische sector. Hij is niet in staat om de FAO-rapporten te bestuderen om een agrarische visie te kunnen presenteren. Het is geen schande als een mens geen kennis heeft van bepaalde zaken, maar als mens moet je ook een principe (moraal), een filosofie hebben om te weigeren een bepaalde job te doen, te meer daar jij weet dat je er geen kaas van hebt gegeten.
De Amerikanen hebben veel wetenschappelijk onderzoek verricht over mensen die een leidinggevende functie accepteren, maar in principe niet geschikt zijn voor die functie. Mensen die zulke functies accepteren en het werk niet aan kunnen, komen dagelijks met hoofdpijn thuis, zij worden agressief, zij krijgen ruzie met hun wederhelft en een ieder die commentaar levert, ziet men als een vijand. Een wetenschappelijk onderzoek, bekend onder de naam “The Peter Principleâ€, heeft veel stof doen opwaaien, vooral in de rijke, geïndustrialiseerde landen. In de grote wereld kijkt men naar deskundigheid, kwaliteit, opleiding, ervaring, bereid zijn innovatieve ontwikkelingen bij te houden; men kijkt dus niet naar politieke loyaliteit. Het is een grote nationale schande, een grote belediging en een grote minachting voor allen die studeren aan de universiteit of aan een hoge school (na 37 jaar onafhankelijkheid, azaadi, merdeka) om toe te zien dat iemand van het kennisniveau van de PL-voorzitter, een politicus dus, beleidsadviseur wordt bij het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij terwijl afgestudeerden van de universiteit thuis zitten. Hoe gaan wij dit land tot de agrarische schuur van het Caribische gebied maken met zulke beleidsadviseurs. Het wordt nu eens een keertje hoog tijd dat de president van de Republiek alle beleidsadviseurs van alle ministeries, zonder uitzondering, een keertje onder een vergrootglas plaatst. Alle beunhazen (de deskundigen mogen natuurlijk blijven) als beleidsadviseurs, moeten zonder aanzien des persoon, bedankt worden. Maar zulks kan pas dan, als men het werkelijk goed meent met dit land.
Hardeo Ramadhin