De overheid heeft onlangs een staatsbesluit geslagen, waarin de positie van de ongehuwde ambtenaar, ongehuwde gepensioneerden en ongehuwde gewezen ambtenaren is geregeld. Het staatsbesluit regelt dus het pensioenrecht bij een duurzaam samenlevingsverband. Artikel 36b lid 2 bijvoorbeeld geeft duidelijk aan dat het Pensioenfonds partners van verschillende seksen erkent. Hiermee wordt bijvoorbeeld de groep van LGBT duidelijk uitgesloten.
“Niemand mag op grond van zijn geboorte, geslacht, ras, taal, godsdienst, afkomst, educatie, politieke overtuiging, economische positie of sociale omstandigheden of enige andere status gediscrimineerd worden”, schrijft de Grondwet voor. Hieruit blijkt de positie van de LGBT-gemeenschap in Suriname ook niet. Velen typeren het niet meenemen van dit onderdeel in het besluit van de overheid wel als ‘discriminerend’.
Cultureel antropoloog tevens voorzitter van Womens Right Center, Carla Bakboord, vindt dat de overheid voorbij gaat aan de verschillende samenlevingsvormen die Suriname en de wereld al jaren kennen. “Het gaat bij mij niet alleen om de LGBT. De overheid heeft nu eindelijk de concubinaatsvorm erkend. Dat is positief. Maar wat ze hierbij niet erkennen, is dat ook broer en zusters, vrienden, ouders en kinderen met elkaar wonen. Als het om LGBT gaat of twee broers die jarenlang samenwonen, is dat hetzelfde principe. Ik denk dat ze dit voorbij gaan, omdat hun focus meer is op kijken wat mensen privé in hun slaapkamer doen”, zegt Bakboord.
Rechten van de andere burgers
Anderzijds maakt volgens Bakboord het niet reguleren van dit onderdeel het voor Pensioenfonds wat gemakkelijker, want de uitgesloten groep heeft ook geld gestort. “Waar gaat dat geld naar toe? Moeten al deze samenlevingsvormen betalen voor personen die alleen van verschillende sekse zijn? Wat overheidsfunctionarissen en parlementariërs moeten begrijpen is dat zij niet door kunnen gaan door mensen uit te sluiten. Ze moeten een omslag maken in hun wijze van denken. Ik zie dat er telkens besluiten worden genomen op basis van het uitsluiten van groepen mensen in plaats van het insluiten. Als het nou gaat om Inheemsen, Marrons en mensen met een beperking. Als men nu vanuit een referentiekader van ‘hoe kan ik mensen insluiten’ werkt, dan krijg je totaal andere besluiten. Mensen hebben gestort. Waarom mag het geld wanneer jij overleden bent, niet naar jou kind dat jou al die tijd verzorgd heeft? Men gaat dus totaal voorbij aan de rechten van de andere burgers”, stelt Bakboord.
Maatschappelijk draagvlak
Bakboord gelooft er niet in dat men als reden voor het niet reguleren van dit onderdeel opwerpt het gebrek aan maatschappelijk draagvlak. “Er zijn verschillende groeperingen tegen concubinaat, maar men heeft het toch doorgedrukt. Die maatschappelijke discussie is al geweest. Die parlementaire discussie is één die op gang moet komen”, aldus Bakboord.
Kavish G.