Rachied Doekhie: ‘Brunswijk liegt’

In december 2007 schreven Rachied Doekhie en Ronnie Brunswijk samen met Paul Somohardjo historie door te vechten in de DNA (foto: DBSarchief)
In december 2007 schreven Rachied Doekhie en Ronnie Brunswijk samen met Paul Somohardjo historie door te vechten in de DNA (foto: DBSarchief)
NDP-assembleelid Rachied Doekhie noemt zijn collega-coalitielid en Abop-voorzitter Ronnie Brunswijk een leugenaar. ‘Brunswijk liegt, hij is een leugenaar, hij heeft duizenden hectares aan concessies op zijn naam staan.’ Doekhie heeft onlangs aangegeven dat hij meer in het binnenland is dan zijn collega-volksvertegenwoordigers uit het binnenland. De betreffende collega’s waren hier niet blij mee. Doekhie heeft ook aangegeven dat hij geen oplossing ziet in het landrechtenvraagstuk en dat de binnenlandbewoners dit aspect kunnen vergeten. Doekhie vindt het ‘knullig’ dat op de bewuste dag in het parlement, geen enkele van zijn collega-assembleeleden hem in de rede zijn gevallen. Momenteel komen ze wel met standpunten ‘om tegen de schenen van Doekhie te trappen’.
‘Ik blijf bij mijn standpunt in het parlement’, verduidelijkt Doekhie. Doekhie vindt dat dat vooral de voorzitter van de Abop ‘zijn eigen mensen’ al 10 jaren voor de gek houdt. ‘Brunswijk zit al 10 jaren in de regering. Waarom heeft hij het grondenrechtenvraagstuk niet helpen oplossen?’ Volgens Doekhie is het Brunswijk die alles kapot maakt wanneer er al een oplossing in zicht is voor de grondenrechtenproblematiek. In het prille begin toen deze regering aantrad, is er een grote conferentie belegd te Colakreek. ‘Zijn de mensen dat vergeten? Weten ze ook niet meer wie de ordevestoorders waren? Het zijn de eigen mensen die niet willen dat er een oplossing komt.’
De NDP-topper beschuldigt Brunswijk ervan het grondenrechtenvraagstuk als een worst voor de neuzen van de binnenlandbewoners te houden. ‘Wanneer je op mij stemt, ga ik het grondenrechtenvraagstuk voor je oplossen, wordt gezegd.’ Ook zou Brunswijk bezig zijn met het strooien van zand in de ogen van de binnenlandbewoners. Hij zou aangeven dat de vele concessies toebehoren aan buitenlanders en stedelingen, terwijl de concessies in feite hem toebehoren. Voor eigen gewin zou Brunswijk erop uit zijn om zaken te verdraaien.
Doekhie memoreert dat Brunswijk tijdens een vergadering in Brokopondo aangegeven zou hebben dat wanneer hij in het machtscentrum komt, hij geen enkele compensatie zal toekennen aan Nickeriaanse boeren. ‘Ik heb dat bandje als bewijs.’
Asha Gajadien-Bhagwat

error: Kopiëren mag niet!