De recent aangekondigde verlenging van Staatsolie-obligaties is volgens ex-minister van Handel en Industrie en Openbare Werken, Richard Kalloe, het gevolg van ernstige liquiditeitsproblemen van het bedrijf. Op 25 maart zal Staatsolie haar tweede obligatie-uitgifte lanceren. Het bedrijf wil een deel van zijn investeringsbehoefte over 2015-2020, groot US$ 1 miljard, lokaal aantrekken. Ook aandelen in de Merian-goudmijn zullen ter beschikking worden gesteld voor beleggers. De eerste uitgifte van de obligaties van Staatsolie was in 2010. Staatsolie wilde US$ 15 miljoen lenen tegen een rente van 7%, maar kreeg ruim US$ 55.1 miljoen. Deze obligatiehouders hebben volgens berichtgeving de mogelijkheid hun belegging in Staatsolie voort te zetten voor 5 jaar. De hoogte van de te hanteren rente is nog niet bekend, maar zal in lijn moeten zijn met die in 2010.
‘De bestaande obligaties die in mei verlopen, moeten met rente terugbetaald worden en Staatsolie heeft het geld niet om dit te doen. Reden waarom zij besloten heeft de bestaande te verlengen en nieuwe uit te geven, simpelweg om uit liquiditeitsproblemen te geraken. Ik zou de obligatiehouders adviseren om niet te verlengen, zolang Staatsolie geen accountantsonderzoek laat doen naar de financiële situatie van het bedrijf van de afgelopen periode en zij ook haar vooruitzichten openbaar maakt. Zolang dat niet gebeurt, is deze verlenging of uitgifte van obligaties mijns inziens asociaal gedrag.’ Toch vermoedt Kalloe dat Staatsolie dat laatste nu nog niet zal doen, maar pas na de verkiezingen. ‘Dan kunnen zij de nieuwe regering ermee opzadelen’, stelt hij.
De verlenging van de bestaande obligaties was door Staatsolie reeds in januari 2014 aangekondigd. Achteraf heeft de leiding van het bedrijf besloten de verlenging naar mei 2015 te verschuiven. De reden die door financieel directeur Iwan Poerschke werd gegeven, was dat het bedrijf een lening van 275 miljoen US dollar had kunnen sluiten met een groep internationale banken en er geen noodzaak meer was om het geld uit obligaties nog dat jaar beschikbaar te krijgen. Ook zou het volgens hem een ongunstig effect op de economie kunnen hebben als er veel geld uit de gemeenschap zou worden gehaald.
Kalloe geeft aan dat als blijkt dat het bedrijf zijn schulden niet kan betalen, het volk het gelag zal moeten betalen. ‘De CBvS zal dan moeten opdraaien voor het afbetalen van de schulden van Staatsolie en de CBvS zijn wij. De gemeenschap zal moeten betalen voor de rommel die Mark Waaldijk achterlaat.’ Kalloe stelt dat nu al de belastingbetalers Staatsolie subsidiëren door hoge brandstofprijzen te betalen. De brandstofprijzen zouden bewust niet verlaagd zijn, zodat het teveel naar Staatsolie kan worden doorgesluisd. Volgens Kalloe heeft Staatsolie teveel geld uitgegeven en teveel commitments gemaakt. Hij geeft aan dat de US$ 100 miljoen, die aan Newmont betaald is, verloren geld is. Het bedrijf heeft volgens hem gewoon niet genoeg geld om aan zijn verplichtingen te voldoen en als zij dat niet kan, dan zal zij failliet verklaard moeten worden. ‘In dit geval zullen de buitenlandse banken en ook Surinaamse financiële instellingen die geld geleend hebben aan Staatsolie, voorrang hebben boven anderen voor wat terugbetalingen betreft. De obligaties zullen niet betaald kunnen worden.’
Kalloe geeft aan dat ook de pensioenen van het Staatsolie-personeel in gedrang zullen komen, omdat dit geld als eerst gebruikt zal worden om schulden af te lossen. ‘We hebben altijd Staatolie opgehemeld. Het is net een verwend kind. Enkelen verdienen er wel enorm aan. Ook het personeel verdient goed en weet wat er gaande is, maar houdt zijn mond dicht. Waaldijk doet alsof zijn neus bloedt’, zegt Kalloe, die tot slot aangeeft al enige tijd gewaarschuwd te hebben voor de slechte gang van zaken binnen Staatsolie. ‘Binnenkort zal dit tot de ondergang van dit bedrijf leiden’, aldus Kalloe. Onlangs heeft Staatsolie bezuinigingsmaatregelen aangekondigd. Het bedrijf heeft nog kosten voor de recent geopende raffinaderij af te betalen, evenals de leningen voor de aanschaf van generatoren. De lage wereldmarktprijzen drukken zwaar op het bedrijf. Nu wordt gezocht naar geld voor investering in de Merian-goudmijn, omdat Staatsolie met 25 % deelname niet slechts deelt in de winsten, maar ook in de kosten van Merian.