De gewezen minister van Buitenlandse Zaken van Uruguay, Luis Almagro, is woensdag tijdens de 49ste algemene vergadering van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) voor een periode van 5 jaar gekozen tot de nieuwe secretaris-generaal van de OAS. Hij volgt de Chileen José Miguel Insulza op. Nestor Mendez, ambassadeur van Belize bij de OAS, werd ook voor een periode van 5 jaar gekozen tot assistent secretaris-generaal en vervangt hiermee de Surinamer Albert Ramdin. De zittingsperiode van de gekozen secretaris-generaal begint op 26 maart aanstaande. De gewezen minister van Buitenlandse Zaken van Uruguay werd gekozen met 33 stemmen voor en 1 onthouding. Mendez ging de verkiezing in tegen ambassadeur Bayney Karran, permanent vertegenwoordiger van Guyana bij de OAS, en won de verkiezing met 24 stemmen in voordeel, en 10 voor Karran, uit een totaal van 34 lidstaten. De huidige secretaris-generaal Insulza belooft een kalme en goede overdracht.
Het is bekend dat binnen het Inter-Amerikaans systeem hoge posities ingevuld worden op basis van deskundigheid, politiek lobbywerk en subregionale spreiding. Het is bekend dat de Ramdin al geruime tijd fungeert in de tweede positie van de OAS en ruim bekend is met het Inter-Amerikaans systeem. De Surinaamse regering heeft vaker gesteld dat zij binnen haar beleid Surinamers zal positioneren in hoge internationale en regionale posities. Toen de gelegenheid zich voordeed om deze Surinamer voor de hoogste positie binnen de OAS te ondersteunen, week de regering af van haar beleidsstandpunt. De minister van Buitenlandse Zaken, Winston Lackin, maakte bekend dat Ramdin niet voorgedragen zou worden voor de positie van secretaris-generaal. Tegelijkertijd werd medegedeeld dat Suriname de Guyanese kandidaat zou ondersteunen. Guyana maakte zich sterk voor de positie van assistent secretaris-generaal, een voordracht die maar 10 stemmen heeft kunnen behalen. De Surinaamse regering heeft dus een buitenlander de voorkeur gegeven boven een kundige en internationaal geprezen Surinamer. Hoe verantwoordt en nationalistisch dat is, blijft een onbeantwoorde vraag.
Tevens blijkt dat de regering van Suriname een besluit heeft genomen zonder in de regio een lobbyproces op gang te hebben gebracht, om de kansen voor Ramdin te versterken. Zonder goed overleg met de persoon van Ramdin om een strategie uit te zetten en zonder te lobbyen, werd op voorhand geconcludeerd dat hij onvoldoende steun zou hebben. Is dit een zwakke en slechte buitenlandse strategie? Geen enkel land zal vertellen dat hij een Surinaamse kandidaat zal ondersteunen, als Suriname geen officiële voordracht doet. Iets dat wel heel duidelijk moet worden gesteld, is dat een secretaris-generaal van de OAS niet een land vertegenwoordigt. Een secretaris-generaal dient totaal onafhankelijk te zijn. De vertegenwoordiging van staten geschiedt door ambassadeurs van de staten bij de OAS.
Kavish G.