Zowel president Desi Bouterse als voorzitter Chandrikapersad Santokhi van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) is door rechter Ingrid Chhangur-Lachitjaran niet ontvankelijk verklaard. In de rechtszaak, die Bouterse afgelopen periode vanwege bepaalde uitspraken van Santokhi tegen de VHP-voorzitter aanhangig had gemaakt, kwam de kortgedingrechter tot het oordeel dat bepaalde uitspraken te lang geleden zouden zijn gedaan en blijken de recente uitspraken ook te leiden tot niet-ontvankelijkheid van beide partijen. Bouterse daagde Santokhi voor het gerecht voor uitspraken die hij had gedaan op een vergadering van Pertjajah Luhur te Lelydorp op 23 november 2014. Santokhi zei onder andere dat Bouterse de drugsmaffia van Colombia naar Suriname heeft gebracht. Hij heeft volgens de VHP-voorzitter Suriname in de greep van de drugscriminelen gebracht.
Santokhi besloot via zijn advocaat de rechter te wraken, maar benadrukte dat het niet om een persoonlijke aangelegenheid ging. De VHP-voorzitter vond dat de rechterlijke macht in de afgelopen periode flink is tegengewerkt door het beleid van eiser Bouterse. Het ging dan hierbij onder andere om de aanname van de Amnestiewet, waarmee inbreuk is gepleegd in een lopend rechtsproces, de gratieverlening aan Romano Anthony Meriba, de pleegzoon van Bouterse, die door de rechter tot vijftien jaar gevangenisstraf was veroordeeld voor roofmoord. De gratieverlening aan Meriba geschiedde zonder advies van de rechterlijke macht en had hij nog zeker zes jaar uit te zitten. De grondwet schrijft het advies voor als voorwaarde bij gratieverlening. Meriba had ook een handgranaat gegooid in februari 2002 in de tuin van de Nederlandse ambassadeur, Ruud Treffers. Naast deze zaak speelt ook de afvoering van drie van de acht Raio (Rechterlijke Ambtenaren in Opleiding)-cursisten die door rechterlijke macht was geselecteerd en voorgedragen. De levenspartner van Santokhi maakte ook deel uit van de groep van afgevoerden.
De minister van Justitie en Politie, heeft namens deze regering herhaaldelijk aangegeven dat de rechterlijke macht haar zelfstandigheid niet kan krijgen. Iets waar de rechtsprekende autoriteiten al lang naar uitkijken. Santokhi vindt dat Bouterse alle rechters jarenlang heeft ondermijnd en vraagt zich daarom af of de rechter deze zaak onafhankelijk kon behandelen. De rechter had Santokhi eerder niet ontvankelijk verklaard over het wrakingsverzoek. De kortgedingrechter heeft eerder wel besloten dat de VHP zich mocht voegen in deze zaak. Dit besluit werd genomen op basis van artikel 214 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Volgens Santokhi had hij in hoedanigheid van VHP-voorzitter deze uitspraken gedaan. Vernomen wordt dat er op basis van al deze ontwikkelingen hoger beroep zal worden aangetekend door de advocaat van Bouterse. De advocaten van beide partijen moeten het vonnis nog schriftelijk in handen krijgen.
FR
.