Op 11 en 12 maart werd het Tweede Competitiveness Forum Suriname gehouden. De titel dit jaar was ‘Het bouwen aan een strategisch economisch plan voor Suriname’. Het eerste forum werd in 2013 gehouden. Het doel van het forum was om samen met belanghebbenden belangrijke vraagstukken die moeten leiden tot het helpen formuleren van een economisch plan voor de diversificatie en verdere groei van de Surinaamse economie, te bespreken. De CUS (Competitiveness Unit Suriname) nodigde hiervoor sprekers uit binnen- en buitenland uit om hun visie en verworven inzichten met betrekking tot economische groei te delen met de aanwezige stakeholders. Één van de meest opvallende sprekers op het Forum was Francisco Carneiro van de Worldbank. Hij wijkt geheel af van de gedachte dat diversificatie van de economie als middel tot economische groei geldt. Volgens zijn benadering zal economische groei juist diversificatie als resultaat hebben en niet omgekeerd. Ook deelt Carneiro niet de mening van velen die stellen dat economieën die afhankelijk zijn van niet-hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen als voornaamste bron van inkomsten, gedoemd zijn ten onder te gaan. De succesfactor is volgens hem eerder afhankelijk van hoe regeringen omgaan met de inkomsten verkregen uit deze sectoren. De algemene trend in Zuid-Amerika is dat regeringen hun inkomsten gelijk weer besteden en ‘geen appeltje voor de dorst bewaren’, zegt Carneiro. Hoe je het geld besteedt dat je verkregen hebt in de piekperioden van die sectoren, bepaalt hoe jouw land zal reageren op regenachtige dagen. Hij noemde landen de Verenigde Staten van Amerika en Canada als voorbeeld wat betreft landen die afhankelijk zijn van inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen. Deze landen behoren tot de rijkste in de wereld. Zij bewijzen volgens Carneiro dat het hebben van deze natuurlijke hulpbronnen juist een zegen is en iets waar Suriname trots op zou moeten zijn.
Carneiro gelooft ook niet in het selecteren van bepaalde sectoren om specifiek die tot ontwikkeling te brengen. In zijn ervaring bloeden deze sectoren dood zodra de subsidie van overheidswege eindigt. De reden is dat het meestal al zwakke sectoren zijn die zichzelf niet draaiende kunnen houden.
Enkele van de vele punten die aan de orde kwamen op het forum waren productiefactoren, efficiëntie van de publieke sector, stimulering van de private sector, stand van de infrastructuur en de kwaliteit van de onderbouwende instituten als basis voor de bevordering van economische groei. Ook het belastingaspect kwam uitgebreid aan de orde. Roy Rijger van RR Consultants gaf onder meer aan dat herziening van ons belastingstelsel noodzakelijk is om diversificatie te stimuleren en te faciliteren. Het huidige stelsel zou volgens hem 30 jaren achterlopen en geen weerspiegeling meer zijn van de hedendaagse samenleving. ‘Maatschappelijke ontwikkelingen dwingen er voorts toe dat het systeem robuuster wordt’, stelt Rijger. Als belangrijk punt haalde hij aan dat vooral ook de small scale minors (porknokkers) in ons binnenland op een juiste manier aan het belastingstelsels zouden moeten worden gekoppeld. Volgens Rijger zit de regering van Suriname nu in de klem, omdat haar inkomsten enorm gedaald zijn. Dit zou zich uiten in de vele achterstallige betalingen van overheidswege. Naar schatting kunnen de inkomsten van de overheid uit Iamgold en Staatsolie in de komende periode zodanig omlaag gaan dat zij het nulpunt zullen naderen. ‘Reden waarom het belastingstelsel moet worden aangepast en geordend voordat de crisissituatie ontstaat’, meent Rijger.
Steven Coutinho, managing director bij de RBC Bank, sprak over de invloed van cultuur op de economische productiviteit van Suriname en de belemmeringen die deze kan veroorzaken voor economische groei. Surinamers hebben volgens zijn bevindingen een enorme angst voor onzekerheid en durven zelden beslissers te zijn. Ze laten het nog te vaak aan ‘de baas’ of ‘de regering’ over om beslissingen te nemen voor hen. De grondslag voor dit gedrag zou gelegd zijn in het Surinaams onderwijssysteem, waarbij het hebben en geven van een eigen mening alsook participatie aan discussie niet gestimuleerd wordt. Couthino noemde hierbij de welbekende autoritaire Surinaamse leerkracht, die het ‘vrijpostige’ kind al gauw afstraft als voorbeeld. Ook ouders voeden hun kinderen veelal op tot bange kinderen, die later bange volwassenen worden. Deze houding neemt men ook mee bij het nemen van risico’s, legt Couthino uit. Surinamers durven volgens Coutinho over het algemeen geen risico’s te nemen, met het gevolg dat ook op het gebied van ondernemerschap deze houding de boventoon voert. Uiteindelijk heeft dit een negatieve impact op de economische productiviteit van de Surinamer en dus op de economische ontwikkeling.