De Archeologische Dienst van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling heeft gisteren ten kantore van het Nationaal Archief Suriname haar tweede symposium gehouden met als thema ‘Stappen naar het archeologie beleid’. Er is een high level meeting belegd met als doel inzicht te geven in de effecten die het archeologisch beleid zal hebben op de operationele activiteiten van een dienst of organisatie en de samenwerkingsstrategie die daarbij ontwikkeld en gevolgd zal worden. Na een aantal presentaties konden genodigden vragen stellen, waarna een discussie forum werd gehouden. Voor de meeting waren uitgenodigd leidinggevenden en of functionarissen die betrokken zijn bij de beleidsvoorbereiding- en besluitvormingsprocessen. Cultuur-directeur Stanley Sidoel gaf aan dat door de afwezigheid van standaarden en procedures men niet kan zorgdragen dat de archeologische vindplaatsen geïdentificeerd kunnen worden, voorafgaand aan de uitvoering van ontwikkelingsprojecten dan wel de uitgifte van concessies, waaronder mijnbouw en houtkap concessies. Het Minov, zeker het directoraat Cultuur, is thans in een proces met verschillende partners binnen de overheid zelf, de wetenschap, de universiteit en particuliere structuren en experts, om te werken aan het ontwikkelen en uitbouwen van een inter-agrarisch archeologische beleid, dat werkt met goede standaarden en normen en doelen.
Verouderde wetgeving moet aangepakt worden
Dit symposium is onderdeel van het voorgenomen cultureel erfgoed beleid dat gaat over materieel en immaterieel erfgoed. ‘Wij zijn thans bezig op het directoraat Cultuur met de laatste voorbereiding voor een voorstel om toe te treden tot de conventie van Unesco Immaterieel Erfgoed, maar ook de conventie rakende de illegale uitvoer van cultuurgoederen. Dit gaat dus over erfgoed in musea, bibliotheken van ngo’s, die zich bezighouden met immaterieel erfgoed voor archieven, cultuur en gebruiksvoorwerpen over verhalen, rituelen, tradities en gebruiken’, aldus de Cultuur-directeur.
Medewerker van Archeologie, Ingrid Meulenberg, verzorgde een presentatie over de werkzaamheden van de Archeologische Dienst. Hierin gaf Meulenberg aan wat de huidige wetgeving is met betrekking tot archeologie. Verder gaf ze aan dat er gewerkt kan worden volgens internationale richtlijnen, die vertaald kunnen worden naar nationale wetgeving. Ook moet het gaan om het ontwikkelen van procedures totdat de wetgeving rond is om verlies aan bodemarchief te verhinderen. Ook werd een aanzet gegeven om met een digitale archeologische waarderingskaart te komen, die als indicator kan dienen naar de vindplaats van voorwerpen. Bescherming en behoud van cultureel erfgoed van Suriname is belangrijk, omdat er een verhaal verteld wordt over de geschiedenis van het land van de Inheemsen, Europeanen, de tot slaaf gemaakten, de contractarbeiders (Hindoestanen, Javanen), Chinezen, Joden, Portugezen en Libanezen. Het vertellen van het archeologische verhaal van Suriname kan als aanvulling dienen voor historische bronnen.