Tijdens de behandeling van het 8 Decemberstrafproces tegen de verdachte Edgard Ritfeld heeft auditeur militair Roy Elgin de krijgsraad gevraagd om de vervolging van de verdachte voor maximaal een jaar te schorsen. Volgens Elgin zou de vraag over de inmenging van de omstreden Amnestiewet nog steeds niet zijn beantwoord. Tijdens de militaire strafzitting van gisteren kregen de nabestaanden van de slachtoffers ook de gelegenheid een schadevergoeding in te dienen tegen de Staat. Advocaat Hugo Essed deed het verzoek, aangezien hij van mening is dat Ritfeld als militair destijds in opdracht van de Staat handelde. De krijgsraad zal op 2 maart op de verzoeken ingaan.
Nabestaanden van de 15 mannen die in december 1982 door het militaire regime van Bouterse zijn omgebracht, hadden de krijgsraad in april 2014 echter gevraagd om het strafproces te heropenen. Dit deden zij in navolging van de beslissing van het Hof van Justitie in de beroepszaak die de ex-militair Edgard Ritfeld had aangespannen. De nabestaanden hoopten de krijgsraad te kunnen overtuigen om de zaak tegen alle verdachten te heropenen, maar die verklaarde hun niet-ontvankelijk. Volgens krijgsraadvoorzitter Cynthia Valstein-Montnor kan de zaak tegen hoofdverdachte Desi Bouterse niet worden heropend, omdat hij tegen de Amnestiewet helemaal geen beroep heeft aangetekend. Door dit besluit kunnen de procesgemachtigden geen bewijslast leveren. De advocaten van de nabestaanden willen op basis van het vonnis nagaan welke argumenten er gebruikt zijn om af te wijzen dat ze zich niet mogen voegen in de zaak.
De krijgsraad heeft bij de schorsing van het strafproces gesteld dat de vraag moet worden beantwoord of er geen inmenging heeft plaatsgevonden in het strafproces door de aanname van de Amnestiewet in april 2012. Het antwoordt op deze vraag is nog steeds niet gegeven. De advocaten van de nabestaanden vinden dat op basis van de Amnestiewet van 1992, die in 2012 is gewijzigd, de verdachten niet vallen onder de werking hiervan. Die wet geeft amnestie aan iedereen die strafbare feiten heeft begaan in de periode 1 april 1980 tot en met 19 augustus 1992. Toen waren de mensen die terechtstaan, nog niet aangemerkt als verdachte. Sinds de hervatting van het proces zijn Ritfeld en zijn advocaat Gerold Sewcharan niet verschenen op de zitting. Hij en zijn advocaat stellen geen geloof meer in het proces te hebben en hebben zich gewend tot het Inter-Amerikaans Hof voor Mensenrechten.
FR