‘Ook Adolf Hitler had aanhangers.’ Middels dit voorbeeld tracht het DA’91-assembleelid Winston Jessurun te verduidelijken dat het hem niet bevreemdt dat hoewel huidige president Desi Bouterse de hoofdverdachte is in het 8-Decemberstrafproces, hij over een aanhang beschikt die achter hem aanloopt. Hitler, ook een dictator, schroomde er niet voor om elke tegenstand tegen zijn regime de kop in te drukken. Tegenstanders werden opgesloten in concentratiekampen. Hij bracht het zelfs zover om een bepaald volk uit te roeien. Gisteren was het precies 32 jaren geleden dat 15 Surinamers in de bloei van hun leven op zeer lafhartige wijze zijn gemarteld en doodgeschoten. Het feit dat zij andersdenkenden waren, hebben zij middels hun leven moeten bekopen. Jessurun die ook kennis heeft van de psychologie, weet dat de aanhangers van de hoofdverdachte van deze 15 moorden, geen eigen ik hebben. ‘Naarstig klampen zij zich aan de persoonlijkheid van de hoofdverdachte totdat ze gaan beseffen dat het te laat is.’
Alleen bla bla democraat
Dat de hoofdverdachte tevens de president van het land zou aangeven dat hij democraat is, wordt door de politicus getyperd als ‘bla bla gepraat’. ‘Indien hij zichzelf een democraat voelde, zou hij de macht in 1980 niet omverwerpen middels een coup. Hij zou zich herkiesbaar stellen en meedoen met de verkiezingen. Ook zou hij niet in allerijl een amnestiewet laten aannemen, hij zou rustig de uitspraak van de rechter wachten. Die was al bijna voor de deur.’ Het meest laffe vindt Jessurun dat Bouterse zich verschuilt achter de personen die niet meer in leven zijn.
15 personen ernstig gemarteld
De 15 vermoorde personen zijn ernstig gemarteld. Volgens de opgemaakte dossiers vertonen hun lichaam verschillende fracturen. Één van de personen is zelfs ‘ontmand’. ‘De kogelinslag vond regelrecht ter hoogte van zijn kruis plaatst. Geconcludeerd kan worden dat de marteling niet in een opwelling van woede heeft plaatsgevonden, maar dat er sprake was van een geplande marteling. De marteling heeft met enorm veel haat plaatsgevonden.’ Dat de hoofdverdachte en de personen die verantwoordelijk zijn voor de marteling deel uitmaken van de regeringscoalitie, bezorgt Jessurun koude rillingen. Vooral gelet het feit dat de 15 vermoorde personen beslist geen onbekenden waren voor de toenmalige machthebbers. ‘En wie zijn wij dan’, stelt Jessurun retorisch de vraag wanneer hij zichzelf vergelijkt met de 15 vermoorde burgers die goed in aanzien waren bij de toenmalige dictator en zijn metgezellen.
Push up op straat was normaal verschijnsel
In de jaren 80 waar ook de zogenaamde avondklok werd ingesteld, was het normaal dat militairen push ups lieten doen door burgers. Dit was een vorm van lijfstraf, omdat de burgers niet gehoorzaam waren. Slechts de militairen wisten wat zij verstaan onder gehoorzaamheid. Personen leefden in die periode in alle angst. Zij durfden niet luid op te praten, er werd fluisterend met elkaar gecommuniceerd. ‘Je moest oppassen voor je woorden anders zou je opgehaald worden en verdwijnen.’ Beste vrienden vertrouwden elkaar niet meer. Zij waren bang dat zij als elkanders vijand aangegeven zou worden, enkel om in goed blaadje te vallen bij de militairen voor een of andere gunst.
In codetaal praten door de telefoon
Jessurun bevond zich in 1982 in Nederland waar hij zich specialiseerde in verband met zijn studie. Het gebeuren in Suriname werd telefonisch door zijn vader aan hem doorgespeeld. Maar dit gebeurde in codetaal. De telefoongesprekken werden afgeluisterd. Zo verwees zijn vader hem naar de psalmen uit de Bijbel, waaruit bleek dat kwaadwilligen onschuldigen hebben vermoord.
Asha Gajadien-Bhagwat