“Straffeloosheid in onze republiek lijkt norm te zijn verworden.” Tot deze conclusie komt Sunil Oemrawsingh, voorzitter van de Stichting 8 December 1982. De Decembermoorden zijn na bijkans 32 jaar nog steeds onbestraft in Suriname, maar ook de moorden in Moiwana zijn nimmer bestraft. Oemrawsingh brengt in herinnering dat op 29 november 1986, 39 personen werden vermoord bij het dorp Moiwana tijdens de binnenlandse strijd tussen het Jungle Commando onder leiding van Ronnie Brunswijk en het Nationaal Leger onder bevel van Desi Bouterse. De militaire “schoonmaakoperatie” bestond uit een eenheid, waarvan 35 het gebied goed kenden en speciaal voor de operatie getraind waren in de Ayoko-kazerne. De operatie begon met het in brand steken van een huis van de oom van de “vijand” Brunswijk. Op bijna elke bewoner van Moiwana werd geschoten. Slachtoffers werden met houwers gestoken. Baby’s, kinderen en vrouwen, waarvan sommigen zwanger waren, en ouderen werden vermoord. Oemrawsingh geeft aan dat tijdens het verhoor in het 8 Decemberstrafproces te Boxel, de getuige Ivan Graanoogst verklaarde trots te zijn op het tot in de puntjes uitgevoerde Moiwana-plan. Na 28 jaar lopen de materiële en functionele daders nog steeds vrij en onbestraft rond.
Oemrawsingh memoreert in dit verband dat politie inspecteur Herman Gooding onderzoek heeft gedaan naar die moordpartij in Moiwana. Drie verdachten van de slachting had hij al getraceerd, dit geheel tegen de zin van de toenmalige militaire autoriteiten in Suriname. In augustus 1990 werd Gooding na een bezoek aan Fort Zeelandia, en een stevig onderhoud met de militaire politie, met kogels in het hoofd teruggevonden, niet ver het huidig DNA-gebouw. Oemrawsingh stelt vast dat “ook deze lafhartige moord op de held Gooding niet is onderzocht”. Hij houdt de samenleving voor dat “straffeloosheid wordt beschouwd als de belangrijkste factor in het chronisch herhalen van mensenrechtenschendingen, en slachtoffers en hun naasten volledig weerloos laat”.
“Omdat de Stichting 8 December 1982 “het rechtsstaat-principe hoog houdt” en de Republiek Suriname in 1987 onvoorwaardelijk lid werd van het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens en onder meer partij is in het Verdrag voor Burger en Politieke Rechten (Bupo), zullen wij blijven eisen dat een nationale vervolging en berechting komt van de schuldigen”, aldus Oemrawsingh.