Op 31 oktober 2014 bereikte ons het droevige bericht dat Rene Jadnanansing (voor mij oom Rene) afscheid genomen had van het aardse leven. Dit bericht kwam als een donderslag bij heldere hemel, daar Rene zoals hij door zijn vrienden werd genoemd in een blakende conditie leek te verkeren. Zelf heb ik hem nog enkele dagen geleden telefonisch gesproken om mij ergens over te adviseren. Zijn stem was even helder en duidelijk als altijd.
Ik heb begrepen dat hij ook nog zelf naar zijn Lions vergaderingen reed, hoewel hij zich de laatste tijd ‘s avonds liever liet rijden.
Rene is geboren in een eenvoudige landbouwersfamilie te Kwatta, maar wist zich op te werken tot meteoroloog. Na zijn studie in de Bilt (Nederland) eind jaren 50 met succes te hebben afgrond, vertrok hij direct naar zijn geboorteland terug. Zijn job bij de overheid bood hem weinig bevrediging, daar het ondernemen hem in het bloed zat. Na een korte leer- en werkperiode bij de familie Teelucksing, die de grote filmdistributeurs waren in Trinidad, besloot Rene te kiezen voor de filmdistributiebranche.
Na korte tijd besloot hij samen met de bekende Harry Tewarie de bioscopen Star, Tower en Bellevue aan te kopen. Op een bepaald moment besloten de zakenpartners elk hun eigen weg te gaan en Rene werd toen de enige eigenaar van theater Star. Hij slaagde erin Star tot grote hoogte te brengen, in die zin dat de beste films daar vertoond werden, terwijl de publieke belangstelling steeds groeiende was. In die periode heeft Rene vrijwel alle belangrijke filmfestivals afgelopen en raakte onder andere bevriend met Pim de la Parra, die toen met zijn grote hit Blue Movie (tezamen met Paul Verhoeven) furore maakte. Door de opkomst van de piraterij in de filmbusiness, met name het zonder rechten vertonen van films op de Surinaamse televisie, kreeg het Surinaamse bioscoopwezen eind jaren 90 de doodsklap toegediend. Rene besloot toen Star te verkopen en zich geheel te wijden aan zijn gezin en het culturele- en verenigingsleven.
Reeds in zijn jeugdjaren was Rene actief in het verenigingsleven. Hij is één van de leidende figuren geweest in de HNS (Hindustani Nauyuk Sabha), later omgezet in SNS (Sarnami Nauyuk Sabha). Helaas bestaat deze vereniging waarvan vele prominenten in de Surinaams Hindostaanse gemeenschap lid geweest zijn, niet meer. Maar gedreven als hij was, besloot hij bijkans 40 jaar geleden zich aan te sluiten bij de wereldwijde Lions Organisatie. Hij was lid van Lions Club Para en oprichter van de zeer actieve club Lions Club Kwatta, waarbij Rene vooral een belangrijke rol gespeeld heeft bij grote activiteiten als de Landbouwtentoonstellingen en de International Duck & Curry Competition. Laatstgemelde club is inmiddels zo groot geworden dat ze zich in twee verschillende clubs heeft verdeeld. In de Lions organisatie vielen de kwaliteiten van Rene zodanig op dat hij alle mogelijke functies heeft vervuld.
Bescheiden als hij was, heeft hij de hoogste Lionsfunctie op districtsniveau aan zich voorbij laten gaan en gaf hij er de voorkeur aan dat een vrouwelijke Lion voor de functie van district-governor in aanmerking kwam. Ook van de Sociëteit Republiek Suriname (SORES) is hij bestuurslid en voorzitter geweest. In die hoedanigheid heeft hij een internationale Baithak Gana Parampara (contest) georganiseerd, dat tot op heden niet geëvenaard is. Ook was hij initiatiefnemer van vele lezingen en enige jaren geleden heeft hij in zijn hoedanigheid van voorzitter van SORES met zichtbare trots een lezing van zijn geliefd nichtje, Tweede Kamerlid Tanja Jadnanansing, georganiseerd in Solei te Paramaribo. Verder is hij de motor geweest bij de organisatie van diverse shows van Indiase en Surinaamse artiesten. Voor zijn verdiensten voor de Surinaamse gemeenschap is Rene door de President van de Republiek Suriname onderscheiden met de ere-orden van Officier en Commandeur.
De overledene laat een echtgenote, mevrouw Sumintra Ramdinsingh, zijn drie kinderen (Sandhya, Raj en Sharmila) en vier kleinkinderen achter. Aan de nabestaanden betuig ik mijn oprechte deelneming.
Moge de volgende woorden uit de Bhagavad Gita II, vers 27 van enige troost zijn:
de dood is voor de geborenen zeker
en zeker is de geboorte voor de gestorvenen
daarom zoudt gij over het onvermijdelijke niet moeten treuren
Door: Carlo Jadnanansing