Op 29 mei 2014 hebben 7 politieke partijen in Suriname zich middels een intentieverklaring verplicht samen te werken om de corrupte regering Desi Bouterse naar huis te sturen bij de verkiezingen op 25 mei 2015. Het heeft bijna een half jaar (mei-oktober 2014) geduurd voordat alle partijen officieel – na ruggespraak met hun achterban- bevestigden daadwerkelijk in de startblokken te staan voor een gezamenlijke oppositievoering. Hun leuze werd: samenwerken, samen sterk, samen winnen, samen delen. Er breekt nu een fase aan waarin de samenwerkende partijen (SP) daadwerkelijk gezamenlijk moeten gaan optreden. Want in de afgelopen eerste 6 maanden van samenwerking was jammer genoeg zichtbaar dat er grote onderlinge verschillen zijn in handelen en denken over strategie en tactiek van oppositievoeren.
Verdeel en heersmethode van Desi Bouterse (NDP) zwaktebod
In het kader van de verkiezingsstrijd haalt de president tevens voorzitter van de NDP alles uit de kast om de oppositionele partijen te ontregelen en bruikbare personen weg te kapen. De president stelt zich niet neutraal boven de partijen op, maar gaat als wakaman en geveinsd “eigenaar van Suriname” het straatgevecht aan; met intriges, vuilschrijverij (via zijn buikspreker Limbo) en omkoperij. Zoals verwacht richt hij zijn pijlen op twee doelen; beschadiging van een potentiële presidentskandidaat en rivaal Chan Santokhi (VHP) en op verhindering van een “come back” van de NPS. De NPS jongeren die progressief bezig zijn met een opmars werd hun leider ontnomen. De verdeel en heers methode van de president heeft echter twee partijen van de oppositie, de PL en de BEP, niet kunnen raken. Maar in de VHP en de NPS heerst ontegenzeggelijk onrust. Door het gestook van de president (NDP), is men begonnen elkaar de tent uit te vechten. De kleinere partijen in het oude Front, zoals DA 91 en SPA, kijken zwijgzaam toe. De BEP en de PL zijn actiepartijen met academisch geschoold kader, die de democratie binnen de gezamenlijke oppositie zullen benadrukken en de oppositie de weg zullen wijzen om geen slachtoffer te zijn van de verdeel en heers methode van de regeercoalitie o.l.v. Desi Bouterse.
Verkiezingsstrijd en electoraal groeiperspectief
Alle politieke partijen die deelnemen aan de verkiezingen willen dat hun kiezersaanhang groeit. In een systeem van etnisch stemmen is het groeiperspectief van de etnische partij gelimiteerd en grotendeels beperkt tot de regionale en nationale nominale omvang van de etnische groep. Op basis van de “oude politiek” is de koek al verdeeld en hebben de voormalige etnische partijen geen groeiperspectief binnen de eigen etnische categorie waaruit de partij voortkomt. Zowel de VHP als de NPS hebben gedurende een historisch fragmentarisch proces aanhang zien vertrekken naar de NDP en andere partijen. De oude partijen rekruteren nu buiten hun etnische grenzen kiezers; op zich een goede zaak. Iedere partij claimt multicultureel te zijn. Er is nog veel ongeloof over dit “out of the box”denken. De algemene visvijver, het ongedefinieerde “buitenveld”, bestaat uit een bonte verzameling van kiezers uit alle etnische groepen en partijen, die een soort intercultureel tussengebied vormen. Deze “partijloze” groep wordt steeds groter en maakt al meer dan 35 % uit van het electoraat (17-20 zetels); dit zijn de zogenaamde zwevende kiezers, aangevuld met “nieuwe kiesgerechtigden” en proteststemmers. De verkiezingspropaganda van alle partijen richt zich op voornamelijk deze beweeglijke tussencategorie, waaruit ook nieuwe partijen voortkomen. De NDP/Megacombinatie heeft aanhang verloren en is nu een krimpende partij geworden zonder groeiperspectief. Zij is bovendien eigendom van een nieuwe kleine machtsgroep (Hindoestaans handelskapitaal) rond de president die de partij manipuleert volgens de machtsstrijd binnen de informele economie. Er zijn slechts twee partijen met een groeiperspectief binnen hun eigen etnische groep, omdat zij er de politieke leiding van uitmaken. Deze twee partijen zijn de BEP en de PL die de historisch organisatorische groei en de interne emancipatie van hun etnische groep vertolken. Zij zijn ook de enigen die duidelijk en absoluut gesteld hebben niet met Bouterse en zijn regeercoalitie te zullen samenwerken. Het machtsdenken verleidt sommige politieke partijen om de deur naar de NDP open te houden en vervallen daardoor in richtingloze draaikonterij zoals de DOE en Nieuw Suriname en kunnen eigenlijk niet tot de oppositie gerekend worden.
De wet van de remmende voorsprong
De Nederlandse historicus Jan Romein ontwikkelde in 1937 een theorie die wereldwijd vooral bij productontwikkeling toonaangevend is geworden. Oorspronkelijke ontwerpers van producten kunnen worden ingehaald door de aanvankelijk achterliggende concurrentie. De nieuwkomers, hebben geen last van kinderziekten – de z.g. legacy- en kunnen profiteren van productie – en marketingervaring van eerdere koplopers. In een product – ontwikkelingsproces kan men stadia overslaan. Landen die geen televisie hadden startten direct met kleurentelevisie zonder de fase van lampenradio’s en zwart-wit televisie te hebben gekend. In Afrika bijvoorbeeld hebben de meeste landen mobiele telefoons en hebben de fase van het peperdure vaste netwerk – met bijbehorende administratieve rompslomp – overgeslagen.
Zo zijn er ook maatschappelijke processen, waar de wet van de remmende voorsprong van toepassing op kan zijn. De extra benadeelde, achterliggende etnische groepen Indianen, Marrons en de Javanen, hadden een nationale achterstand m.b.t. politieke participatie. De Marrons (BEP) en de Javanen (PL) die nu geleid worden door sterke politieke partijen, kunnen met hun partijen op grond van de wet van de remmende voorsprong en op grond van kwantitatieve electorale criteria, hun groepssolidariteit/bewustzijn, solide leiderschapscultuur, academische kaders, nationale trots, een cruciale rol gaan spelen bij de komende verkiezingen. Zij zijn minder vatbaar voor omkoping en hebben proefondervindelijk een strijdcultuur verworven met aversie tegen geweld en dictatoriaal leiderschap. Desi Bouterse plukte succesvol prominente bestuurders uit de VHP en de NPS; dit zijn de harde feiten. Hiermede demonstreerde de president in weerwil van al zijn vijanden en criticasters dat zowel de VHP als de NPS beschikken over poreus opportunistisch leiderschap en fragiele partijorganisatie. Het antwoord van de NPS en de VHP op de externe aanvallen was ondermaats. De VHP overschreeuwde zichzelf vanuit het buitenland en wekte veel nodeloze irritatie op. Het moment is nu aangebroken, na zes maanden wikken en wegen, om alle deelnemers te betrekken bij het oppositievoeren en onderling balans te houden ten aanzien van de individuele profilering. Het regeringskamp van de president tracht via de media de oppositionele partijen tegen elkaar uit te spelen. Maar de samenwerkende oppositiepartijen staan nu voor een cruciale keuze; kiezen voor eenduidig tactisch en strategisch optreden vanuit een centraal overleg en onderlinge gelijkgestemde ideologie of ieder voor zich en God voor ons allen, hetgeen onvermijdelijk zal leiden tot hergroepering.
Ludwich van Mulier