De burgerij is niet helemaal tevreden over de verlaging van de prijzen van basisgoederen die recentelijk is ingegaan. Men was in het begin behoorlijk sceptisch over de toverstok waarmee de regeerders zouden zwaaien. Nu blijkt dat inderdaad een aantal prijzen omlaag is gegaan. Echter, niet in alle winkels is de prijsverlaging nog doorgedrongen. Daarom is het goed dat de regering bij een situatie van stijgende prijzen goed overleg voert met de importeurs en de handelaren. Invloed op de buitenlandse prijzen kan niet worden uitgeoefend. Dus dan moet het liggen aan de afspraken die gemaakt worden, zonder dat de handel daarbij voor een dilemma wordt geplaatst. De bedrijfsvoering moet niet in gedrang komen. Welke afspraken precies zijn gemaakt is naar buiten toe niet duidelijk. Gemeld wordt wel dat de handelaren met betrekking tot een aantal goederen hun winstmarge verlagen of opgeven. Er bestaat nog onduidelijkheid over de maatregel die door de regering is doorgevoerd. Het gaat zo niet om alle goederen, maar slechts enkele die als basisgoederen worden aangeduid. Er is in een advertentie in de kranten duidelijk aangegeven over welke goederen en welke merken het precies gaat. Deze goederen moeten genoegzaam bekend zijn bij de burgerij in wiens voordeel de maatregel is doorgevoerd. Naarmate de tijd verstrijkt, zal wellicht die duidelijkheid komen. De ontevredenheid van een deel van de burgerij heeft te maken met de verwarring die er bestaat over de goederen. Velen gaan ervan uit dat het om alle prijzen in de winkels gaat. Dat is echter nooit bekendgemaakt. Er zijn speciale posters ontwikkeld die behoren te worden opgehangen in de winkels. Vooralsnog zijn niet alle winkels voorzien van een poster. De poster kan zichtbaar maken om welke goederen het gaat. De poster maakt het ook moeilijk voor de winkelier om toch de hoge prijzen te blijven hanteren. Er is geklaagd dat winkeliers getracht hebben om toch de verhoogde prijzen te hanteren. Toen er gewag werd gemaakt van de maatregel van de overheid, waren winkeliers wel bereid om de lage prijzen te hanteren en geld terug te geven. Dit geeft aan dat winkeliers met opzet bezig zijn geweest om de klanten te benadelen, althans de afspraak met de regering niet na te komen.
De volgende stap die als ad hoc maatregel kan worden doorgevoerd is om de lijst uit te breiden met vlees, ei en melk. Dat zijn belangrijke basisgoederen, naast groenten, die nog niet voorkomen op de lijst. Een adviseur van de regering heeft gisteren aangekondigd dat het gaat om een voorlopige lijst. De vraag blijft echter of dit de manier is om de prijzen van de basisgoederen te verlagen. De vraag is of dit een duurzame manier is om de burgerij het vermogen te geven om een minimum bestaansniveau te handhaven. Dat lijkt niet het geval te zijn. De prijzen in de winkels worden gevormd door een zekere marktwerking en daarin kan de overheid minimaal regulerend optreden. De overheid werkt met winstmarges waarbinnen de handel een zekere mate van  bewegingsvrijheid moet hebben. De bedoeling is allemaal om woekerwinsten te voorkomen. In een beter werkend marktmechanisme zijn zelfs marges overbodig, vraag en aanbod regelen tot op een zeker voldoend niveau acceptabele prijzen, althans prijzen die in redelijkheid tot stand zijn gekomen. Het systeem dat nu wordt gehanteerd, is geen duurzame. Het zal veel vergen van het controleapparaat dat behoorlijk gebrekkig functioneert.
Waaraan de regering moet werken, is het economisch weerbaarder maken van de Surinaamse burger. Dat betekent dat er genoeg banen worden gecreëerd voor de nieuwe burgers die erbij komen op de arbeidsmarkt. Daarvoor moeten het bedrijfsleven en de burgers voldoende ruimte krijgen om te investeren en te expanderen. De banen die ontstaan, moeten van een zekere kwaliteit zijn. De banen moeten voldoende lonend zijn, waardoor de burgers in staat zijn de prijzen in de winkels te betalen. Een garantie daarvoor is dat er een reëel minimumloon wordt vastgesteld dat niet te ver ligt van de armoedegrens. Maar de kern van de zaak ligt hem in het geven van voldoende ruimte en faciliteiten aan de business om hier te bloeien. In Suriname kan men de link tussen het faciliteren van de ondernemers en bestrijding van de armoede niet gemakkelijk leggen. De politiek in Suriname heeft zich tot nu toe niet bereid getoond om de koopkracht van de burgerij te verhogen door het ondernemerschap met daden te faciliteren, niet alleen in Paramaribo, maar ook in de districten.