Onlangs is van 11 – 18 september de Internationale Walviscommissie (IWC) weer bij elkaar gekomen. Sinds 2004 is Suriname aangesloten bij de IWC en heeft voor het eerst een standpunt ingenomen voor de walvisvangst. Dit luidt dat walvissen ‘een bron van eiwit ’ zijn. Vanaf 2010 wordt dit standpunt dat de regering inneemt, aangevochten door Surinaamse NGO’s en heeft Suriname zich niet meer bij de IWC getoond, omdat Japan gehinderd wordt in het geven van steekpenningen.
De IWC werd opgericht in 1946 en kwam voort uit een organisatie die uitsluitend bestond uit walvisvarende landen die zich alleen bekommerden om het verdelen van de winsten die uit de walvisjacht behaald werden. Het duurde dan ook niet lang voordat de organisatie erachter kwam dat de walvisjacht niet een duurzame activiteit is, maar dat het roofbouw is. De walvisvarende landen stopten met deze praktijk en begonnen aan de bescherming van de walvissen, ‘niet zozeer uit wijsheid maar uit een gebrek aan deze dieren’.
Na de Tweede Wereldoorlog begon de Japanse walvisvangst op aanraden van de Verenigde Staten. De walvisvangst werd ingesteld om goedkope proteïne te verschaffen aan het Japanse volk dat te leiden had gehad van de oorlog.
In de jaren ’70 sloten de meeste oude walvisvarende landen de jacht in zijn geheel, maar andere minder bezorgde landen zoals in Zuid Amerika en het Caribisch gebied gingen door. De uitvoering lag in handen van Japan. Echter, in de jaren ’80 begonnen ook deze landen de jacht te sluiten aangezien door ecotoerisme de walvissen meer geld waard werden als ze in leven waren.
Sinds 1986 is er een licht herstel te zien in de walvispopulatie door de inspanningen van de IWC en landen van Latijns Amerika gebundeld in de Buenos Aires Groep.
Sinds 1994 wordt aangedrongen op een walvisreservaat in de Zuidelijke Oceaan, inclusief de wateren van Antarctica waar de meeste voedingsgebieden zich bevinden voor een groot aantal walvisachtigen. De wettelijke bescherming van de broedgebieden in de territoriale wateren moet zorgen voor een beter herstel van deze soorten.
Hoewel het Internationaal Gerechtshof in Den Haag de beslissing heeft genomen dat geen enkele vorm van walvisvangst meer toegestaan is, zijn er landen die toch doorgaan. Japan, berucht om zijn corruptie in het kopen van stemmen, heeft de walvisvangst niet gestopt. Noorwegen, Denemarken en IJsland hebben hiertegen een bezwaar ingediend. Het grootste deel van de jacht vindt plaats in de Zuidelijke Oceaan en het Caribisch gebied, waar eilanden zoals St. Vincent en de Grenadines en de Dominicaanse Republiek walvisvangst gedekt goedkeuren.
Ooit ingesteld als ‘een bron van eiwit’ blijkt nu uit onderzoek dat walvisvlees uitermate ongeschikt is voor menselijke consumptie. Het vlees bevat kwik, PCB, DDT, CHL en PBDE. Deze stoffen zorgen voor abnormale ontwikkeling met name in de baarmoeder, verslechtering van het immuunsysteem en schade aan het zenuwstelsel.
De Buenos Aires Groep heeft herhaaldelijke malen gevraagd aan Suriname om zich aan te sluiten en de walvisjacht niet te ondersteunen. Vooralsnog heeft Suriname hier nog geen gehoor aan gegeven.