Afgelopen maandag hield ambassadeur Albert Ramdin, assistent secretaris-generaal van de OAS een presentatie in Marriott in samenwerking met het Suriname Business Forum. “De OAS gaat niet naar u toekomen. U moet zelf het initiatief nemen om naar de OAS toe te gaan door de verschillende ontmoetingen bij te wonen”, gaf Ramdin min of meer als antwoord op een vraag over de kansen die er voor Suriname en Surinaamse ondernemers bij de OAS liggen. Het voornaamste doel van de OAS was vanaf het begin van de oprichting, het bevorderen van vrede en welvaart onder de staten.
Suriname is slecht vertegenwoordigd op meetings
Suriname doet het in de regio niet slecht met een economische groei van 10.4%. In bepaalde sectoren is er zelfs een expansieve groei te merken, maar van buiten af blijft de Surinaamse economie gevoelig voor negatieve invloeden. Suriname is een van de weinige landen binnen het Caraïbisch gebied die in de gelukkige omstandigheid verkeert om te beschikken over zoveel natuurlijke hulpbronnen. Er is een snelle ontwikkeling in de goudsector te bespeuren en de ontwikkeling breidt zich nu uit naar andere mijnbouwsectoren. Alle factoren zullen leiden tot meer economische groei voor het land in de toekomst. Het uitgangspunt van het beleid van de regering moet daarom productieverhogend zijn.
Het concurrentievermogen van een land verhogen is aan het bedrijfsleven, meent Ramdin. Het zijn bedrijven die duurzame, langdurige en structurele werkgelegenheid creëren. Er is niks mee als bedrijven op een eerlijke manier winst maken. Helaas zijn vele regeringen met een selectieve groep uit het bedrijfsleven economische activiteiten aangegaan, hetgeen het land niet ten goede komt. De regering, het bedrijfsleven en de civil society dienen in continu overleg met elkaar te zijn. De regering moet volgens Ramdin het ondernemerschap overlaten aan het bedrijfsleven. De overheid moet zich beperken tot het maken van regelgeving. Er moet sprake zijn van partnerships tussen de publieke en private sector. Publiek-privaatrechtelijke organisaties zouden bepaalde zaken van de overheid kunnen overnemen.
‘Het is geen goed signaal dat de overheid de grootste werkgever is’, stelt de ambassadeur. Hij gaf ook aan dat de kwaliteit van de dienstverlenende instituten in Suriname er niet goed uitziet. Er mag volgens hem niet teveel overheidsbemoeienis zijn in de dienstverlening. Hij legde voorts uit dat voor het kunnen stimuleren van economische groei een aantal elementen van belang is, zoals het bedrijfsleven, een transparante overheid en ook NGO’s. Een goede samenwerking tussen de drie actoren is hier van essentieel belang. Op dit moment zijn er bij de OAS 300 NGO’s geregistreerd, maar Suriname heeft er niet één. De OAS houdt elk jaar een top CEO ontmoeting met landen uit het Caraïbisch gebied en Centraal Amerika. Binnenkort zal er een OAS meeting zijn welke zal handelen over energie. Suriname is over het algemeen slecht vertegenwoordigd op dergelijke meetings.
De informele sector moet onderdeel worden van de formele sector
Ramdin benadrukte ook dat de regering zich niet teveel moet focussen op minder goede internationale cijfers en rangschikkingen als te zijn iets negatiefs. Zij moet dat meer zien als een indicatie dat er nog werk aan de winkel is. Enkele zaken die de aandacht zouden moeten krijgen ter bevordering van een goed economisch klimaat, zijn het versoepelen van de belemmerende, trage bureaucratie, het bestrijden van corruptie, het maken van de juiste regelgeving en het verbeteren van de kwaliteit van de beroepsbevolking. Suriname is zeer beperkt op het gebied van kredietverlening, er is grote potentie in de toerismesector, het macro-economisch deel van de economie in Suriname zit voor een groot deel wel goed. De combinatie van de technische aspecten met het politieke en de businessomgeving is nog niet wat het wezen moet, de informele sector moet onderdeel worden van de formele sector, adviseert Ramdin.
Er zijn volgens de ambassadeur in Suriname fundamentele hervormingen nodig om analytisch en creatief onderwijs te stimuleren. ‘Het is belangrijk om de capaciteit van de samenleving te ontwikkelen. Wat levert het onderwijs af en wat is de behoefte van de samenleving”, zijn vragen die gesteld moeten worden. De overheid, het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen moeten hierbij met elkaar in overleg treden. Voorts moet er geïnvesteerd worden in de agrarische sector, zegt Ramdin. De regio importeert jaarlijks USD 5 miljard aan voedsel. Er is een grote behoefte aan voedselproducten. Als Suriname slechts 10% van de agrarische markt in de regio kon voorzien, dan zou de agrarische sector volgens hem al de belangrijkste en meest winstgevende sector van het land kunnen worden. “Om de overall productiviteit te stimuleren, zal Suriname over moeten gaan tot regionalisatie en internationalisatie van zijn beleid”, aldus Ramdin.