De weduwe Dimarchi van den Berg van een vroegere medewerker van Bruynzeel Suriname NV doet heeft haar relaas bij de krant gedaan over de lage pensioenen van het bedrijf. Zij ontvangt nu al ruim 14 jaren maandelijks slechts SRD 150 aan weduwepensioen. ‘Dit bedrag is veels te weinig in vergelijking met de functie die mijn man toen uitoefende’, zucht Van den Berg. Ze voelt zich in de steek gelaten door de toenmalige directeur van dit eens zo florerende houtbedrijf. Ook het bestuur van de werknemersbond die zich over het lot van de arbeiders moest ontfermen, gaat hierin niet vrij uit. Van den Berg vraagt zich af waar al het geld is dat Nederland had gestort voor de medewerkers van Bruynzeel na de onafhankelijkheid van Suriname. Haar overleden echtgenoot, Jan van den Berg, was van 28 april 1948 tot 1 januari 1989 in dienst bij Bruynzeel in de staffunctie van chef Elektrotechnische Dienst. In deze functie gaf hij directe leiding aan een twintigtal medewerkers op verschillende niveaus en in de dagelijkse gang van zaken gaf hij mede leiding aan de totale werkzaamheden van de Technische Dienst. Ook was hij aangewezen als de directe vervanger van de manager Technische Dienst.
‘Jan was een plichtsgetrouwe, loyale en voorbeeldige medewerker.’ Het dienstverband werd beëindigd wegens het bereiken van zijn pensioengerechtigde leeftijd. Hij is in 1989 gepensioneerd en was 46 jaren in dienst. In 1998 werd hij vermoord. Hij heeft 23 jaren lang gewerkt voor Bruynzeel Nederland. Nederland had na de onafhankelijkheid van Suriname de pensioengelden voor de werknemers van Bruynzeel ‘achtergelaten’, zodat zij bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd daarvan zouden genieten. “Maar de gepensioneerden hebben die gelden nooit ontvangen en hebben nooit daarvan genoten”, aldus Van den Berg. ‘Als de regering het Surinaams geld niet wil geven, moet het geld dat Nederland heeft achtergelaten worden uitgekeerd’, vindt Van den Berg. Bruynzeel heeft haar medewerkers altijd gewaardeerd, zegt Van den Berg.
Dagblad Suriname heeft herhaalde malen getracht contact op te nemen met de toenmalige vakbondsvoorzitter, Romeo Chin A Loi, echter zonder succes. Ondertussen brengt mevrouw Van den Berg haar dagen in armoede en eenzaamheid door. Niemand uit het arbeidersveld die zich in deze moeilijke tijd om haar en anderen die werkzaam waren bij dit bedrijf bekommert.
Farzana Abdoel