‘De Megacombinatie wordt een mini-combinatie’, zegt partijvoorzitter van de PL, Paul Somohardjo, op zeer spottende toon aan Dagblad Suriname. John Nasibdar, de voorzitter van Nieuw Suriname, heeft zijn uittrede uit de Megacombinatie inmiddels wereldkundig gemaakt. Maar de twee assembleeleden van deze partij, Harish Monorath en Prem Lachman, varen hun eigen koers in het parlement en vormen een eigen fractie, die geen deel uitmaakt van de coalitie noch van de oppositie.
Somohardjo legt er de nadruk op dat het vertrek van Nieuw Suriname uit de Megacombinatie voor een ieder een eye-opener moet zijn dat de NDP niet met andere partijen kan samenwerken. Aspecten als gelijkwaardigheid en partnerschap schijnen niet bekend te zijn in de paarse partij, legt de PL-topper de nadruk op. Nadat Somohardjo de laan werd uitgestuurd, keerde ook Nieuw Suriname-voorzitter de paarse combinatie de rug toe. Slechts de Palu maakt nu deel uit van de combinatie, samen met de NDP.
Tussen Somohardjo en Nasibdar is een goed gesprek geweest voor mogelijke samenwerking. Dit zal volgens Somohardjo voorgelegd worden aan de combinatie van samenwerkende partijen, bestaande uit de VHP, NPS, SPA, DA’91, BEP en de KTPI. ‘Ik wil dit eerst aan de combinatie voorleggen om te voorkomen dat ik verwijten aan mijn hoofd geslingerd krijg dat ik weer bezig ben met verraad en noem maar op.’ Inmiddels is door de verschillende partijen een overeenkomst getekend dat zij bij de komende verkiezing volgend jaar in mei op ressortraad- en districtsraadsniveau gaan samenwerken. Hiermede is volgens Somohardjo de weg afgesneden voor de NDP om voldoende stemmen te behalen binnen de Verenigde Volks Vergadering voor het kiezen van haar president.
Somohardjo legt er de nadruk op dat onderlinge strijd tussen de NDP’ers hen duur zal komen te staan bij de komende verkiezing. Van dergelijke situatie is sprake in de districten Nickerie, Coronie, Saramacca, Wanica en Commewijne. ‘In al die districten is er verdeeldheid onder de NDP’ers. Die mensen vechten met elkaar als honden en katten. Wanneer zullen ze in staat zijn om eensgezind de verkiezing in te gaan.’
Asha Gajadien-Bhagwat