Jonge kinderen staan weer op alle hoeken van de straten om knippa’s te verkopen. Dit zou gezien kunnen worden als een vorm van kinderarbeid. Ze lopen daarbij midden op de openbare weg en brengen zichzelf en het verkeer in gevaar. Ze vallen bestuurders lastig door aanhoudend op ramen te tikken. Dit beeld komt velen bekend voor, alleen is er nu een nieuwe dimensie bijgekomen. Als men weigert om knippa’s te kopen, wordt naar geld gevraagd. Zijn de kinderen nu aan het bedelen? De kinderen vragen niet minder dan ‘SRD 1 om een ijsje te kopen’ of om de honger te stillen. Als men zo een kind durft te vragen waar de moeder is of wie op hem past, dan moet het niet verbazen als men reacties krijgt als: ‘wat, mag ik geen geld verdienen?”.
De vraag rijst nu wat het beleid van het ministerie van ATM is op het stuk van kinderarbeid. DBS maakte contact met het ministerie van ATM, afdeling JIZ, en Arbeidsinspectie om een reactie. De krant kreeg slechts het welbekende ‘u wordt teruggebeld’ als antwoord. Bedelen is volgens artikel 503 van het Wetboek van Strafrecht niet alleen verboden, maar ook strafbaar met ten hoogste 6 weken hechtenis.
DNA-lid Melvin Bouva (NDP) vindt het absoluut niet acceptabel dat jonge kinderen, vooral tijdens de schooldagen, op straat zijn, terwijl ze op school horen te zitten. Het heeft volgens hem echter weinig zin om de kinderen slechts voor het moment te verwijderen van de straat, omdat ze er waarschijnlijk binnen een uur weer staan. Hij is eerder voorstaander van dat zaken bij de wortel worden aangepakt. Bouva vindt dat er gekeken moet worden naar de achterliggende redenen waarom de kinderen dit doen en wat voor alternatieven de families van de kinderen hebben. Hierdoor zal men een beter beeld krijgen om de situatie aan te pakken.
Behoefte vermindert niet
Bouva verduidelijkt dat het verschijnsel, dat overigens niet nieuw is, vaker wordt gebruikt door politici om kracht te zetten bij beweringen over slechte sociaaleconomische omstandigheden in het land. De regering heeft volgens hem al gepoogd de sociale verplichtingen van deze groep te verlichten door onder meer vrije gezondheidszorg aan te bieden, het betalen van schoolgeld af te schaffen, het verhogen van de kinderbijslag en het invoeren van de naschoolse opvang. “De behoefte voor deze groep zou door deze maatregelen in principe dus moeten zijn afgenomen, maar misschien moet er toch iets meer gebeuren”, meent Bouva. Eventueel zou men ook nog gebruik kunnen maken van het programma Conditional Cash Transfer (CCT) van Sozavo waarbij men bijvoorbeeld geldelijke steun zou kunnen krijgen op voorwaarde dat de kinderen naar school gaan.
“Velen van hen zeggen dat ze het moeilijk hebben, maar ze beseffen niet dat met het verkopen van knippa’s hun situatie verslechtert.” De parlementariër vindt dat de kinderen beter kunnen doorbijten op school zodat ze na enkele jaren een redelijk betaalde job hebben, waarmee ze hun familie kunnen ondersteunen. Voor de ouders van de kinderen is hierin vooral een ondersteunende taak weggelegd.