‘Wroko gowtu a no pikin pies wroko.’ Dit is wat kantonrechter Marie Mettendaf gisteren aan de roofverdachte Aventosch Wee Wee zei toen zij hem schuldig bevond aan diefstal middels geweld. Hiervoor heeft hij een celstraf van vier jaar opgelegd gekregen. Het strafbaar feit zou hij tezamen en in vereniging met drie tot nog nu toe onbekende comparanten hebben gepleegd, waarbij de slachtoffers, Tobie, Pinas, Melas en Misiedjan, in hun slaap werden overrompeld. Zij hielden alle vier slachtoffers onder schot, waarna zij werden gesommeerd om hun matta`s via het bos naar een aangewezen weg te sjouwen. De matta werd gebruikt om goud te wassen. Daarna moesten zij het in een voertuig plaatsen, waarna het voertuig met de rovers wegreed.
De slachtoffers waren allen geblinddoekt en moesten volgens de magistraat als slaven door het bos lopen. Het masker van een van de verdachten raakte op een gegeven moment los, waardoor Misiedjan de gelegenheid kreeg om het gezicht van Wee Wee te zien. Het slachtoffer Misiedjan herkende hem positief aan zijn gezicht en aan de manier waarop Wee Wee sprak. Volgens Misiedjan stotterde Wee Wee veel als hij sprak en sprak hij tegelijkertijd ook snel. Hij had de verdachte dagen eerder in een bus op weg naar Brokopondo ontmoet. Zij hadden toen flink met elkaar gesproken.
Wee Wee gaf tijdens de beroving ook aan dat hij Misiedjan kende en dat hij hem niet zou neerknallen. De verdachte ontkende vanaf het begin deel te zijn geweest van de beroving. Hij had wel een dag eerder een tip aan de politie gegeven dat drie mannen thuis bij zijn oma waren gekomen met een wapen. Een vierde kwam later met een voertuig. Dit was de plek waar zij een plan hadden beraamd om de vier slachtoffers te beroven. De magistraat was echter van mening dat Wee Wee dit had gedaan om de verdenking van hem weg te schuiven. De magistraat vonniste conform de eis van het Openbaar Ministerie.
FR
