De problematiek met Alcoa

Pakt u vandaag uw auto, bromfiets, fiets of een ander vervoermiddel en rijdt u even langs al onze ministeries. Ik kan u niet aanbevelen te lopen want het is geen wandelmars, en de route is niet kort. Bovendien leven we in de “grote regentijd”. Vergeet u niet het Belastingkantoor aan de Grote Combéweg aan te doen. Het is gewoon wrang dito heel schandalig om te zien hoe onze ministeries die ons land op diverse gebieden representeren erbij staan. Dan bent u nog niet klaar! Loopt u één of meerdere van deze gebouwen binnen. U zult – als het goed is – constateren dat ambtenaren met dure pakken rondlopen soms netjes gekleed met een stropdas en dames in mooie moderne korte rokken. Echter de omgeving is zo smerig dat ik het met veel schroom moet zeggen. Houtluizen, smerige toiletten, vieze kantines, gebouwen en kamers die niet zijn geschilderd tevens tuinen die er bij staan als de competenties van de bewindvoerder van dat ministerie. Zullen de huizen waar deze lieden in verblijven er ook zo uitzien? Ik kan me enigszins voorstellen dat Alcoa, Billiton noch Suralco enig respect hebben voor ons land. Ze zullen denken, vermoed ik: “Als wij niet eens in staat zijn om goed voor onze belangrijke roerende- en onroerende goederen te zorgen. Hoe gaan we dan voor een reële mijnbouw en gegarandeerde energie zorg dragen?”. Mevrouw Biekman heeft in haar dissertatie reeds beschreven hoe ambtenaren hun werk uitvoeren op de diverse ministeries tevens heeft zij gewezen op de arbeidsomstandigheden. Graag verwijs ik u naar haar proefschrift voor meer informatie en uitgebreide studie.
Alcoa of Suralco: het is één pot nat
De multinational Alcoa is in vele landen gevestigd. Ook in Nederland! Het hoofdkantoor staat in de Verenigde Staten. Dit bedrijf maakt nog steeds woekerwinsten, en aluminium heeft zonder meer een zeer goede toekomst. Er kunnen ontelbare producten hiervan gemaakt worden omdat het veel milieuvriendelijker is dan bijvoorbeeld plastic. Zeker na recycling. Maar de wil is er gewoon niet! Alcoa werd eerst in 1888 gevestigd te Pittsburgh door Charles Martin Hall. Het bedrijf in Suriname heet Suralco om te doen lijken alsof het om een Surinaams bedrijf gaat. Het tegendeel is waar! Suriname heeft met bijna alle buitenlandse investeerders hele slechte overeenkomsten gesloten. Ik erger me mateloos aan bepaalde analisten – nu zonder hun namen te noemen – die lieden verheerlijken terwijl ze ons land vaak door corruptie hele slechte diensten hebben bewezen. Vaak gebruiken de investeerders het locale management om de onderhandelingen met de zwakke en incompetente overheden te voeren in de outillage van de vele smerige ministeries. Zou dat wellicht een reden geweest zijn om de kamer van een minister uit dit kabinet te pimpen? De pueriele houding van de bestuurders van ons land kan ook een reden zijn dat deze meedogenloze uitbuiters geen enkel respect voor ons hebben. Zeker als ze het tempo zien waarop er gewerkt wordt tevens de enorme corruptie, patronage en of nepotisme. De locale managers gedragen zich natuurlijk naar de wensen van hun superieuren. Het zijn geen patriotten maar keiharde onderhandelaars die alleen de belangen van de multinationals verdedigen. Ik heb nooit enig respect gehad voor deze graaiers. Gewoon uit principe heb ik dito nimmer bij een multinational in Suriname willen werken. Ook in China weigert het toptalent massaal voor multinationals te werken (NRC,18 maart 2013). Hoe zou dat komen? Vele ontwikkelingslanden verkijken zich dikwijls op de mooie praatjes van de Westerse bedrijven: “Wij hebben menigmaal niet de vele gezichten die Westerlingen wel hebben”. Ook onze cultuur alsmede managementkwaliteiten laten veel te wensen over. Hoe zouden bijvoorbeeld grote goed florerende en winstgevende bedrijven in westerse handen als Bruynzeel, Mariënburg en Ogem (EBS) zijn vergaan en of een zeer bedenkelijke niveau bereikt hebben? Nog steeds weten we niet wat de directies van de meeste parastatale bedrijven verdienen terwijl daar herhaaldelijk om is gevraagd. Een wet openbaarheid van bestuur bestaat er helaas niet in ons land. Net zoals een goed aangescherpte anticorruptiewetgeving. Hoe vaak verzoeken wij niet om deze wetgevingsproducten! Daarom heeft het geen enkele zin om de straat op te gaan om te protesteren! Onze zeer halsstarrige overheid moet het nu maar zelf oplossen met al de mijnbouwondernemingen in ons land. Ik zie vooralsnog geen openingen om bedrijven te nationaliseren omdat de knowhow op deze gebieden gewoon niet bestaat in Suriname. Wij kunnen wel heel goed opscheppen, en ons beter voordoen dan we in wezen zijn. Kijkt u maar naar een verwaande en verdwaasde – zich psycholoog en neerlandicus noemende persoon die ronddwaalt in Suriname zomaar mensen bekritiseert – zonder daar iets positiefs tegenover te stellen als oplossing – tevens een niet-wetenschappelijk alsmede abominabel stuk uitgeeft, en toch door veel media vanwege de sensatiezucht wordt uitgenodigd. Deze man moet gewoon voor het gerecht gesleept worden voor de vele beledigingen en insinuaties aan het adres van respectabele burgers en instanties. Kijk, dáár zijn we meestal goed in! Wellicht kunnen we iets leren van keiharde westerse onderhandelaars: “Eenvoud, en resultaatgericht werken!”.
Eenvoud siert de mens
We zullen moeten buigen voor Alcoa willen we de duizenden arbeidsplaatsen niet op de waagschaal stellen. Ook onze vakbondsleiders zullen geen vuist kunnen maken. Bovendien hadden ze reeds langs plaats moeten maken voor progressieve goed opgeleide jongeren die in staat geacht moeten worden om de toekomst van ons land veilig te stellen. Een landbouwkundig ingenieur is als minister geplaatst op het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen. Oordeelt u maar. Een ministerie die nauwelijks adequate deskundigheid heeft ontwikkeld van de grote mijnbouwactiviteiten in Suriname. Deze situatie creëert natuurlijk ook geen vertrouwen voor de toekomst! Maar wat maakt het uit; als de zakken maar gevuld worden. Hoeveel kritiek is er niet geweest op deze minister. Toch is hij gebleven en heeft nooit consequenties verbonden aan zijn functioneren. Ten einde raad vraagt nu een zeer recalcitrante president van ons land om “nationaal” te opereren tegen Alcoa: “Wie houdt wie voor de gek”. Het houdt maar niet op zou je denken. Het lijkt mij dat Suriname in alle eenvoud – net als de Westerlingen – van zijn fouten moet leren. Er zal een keiharde onderhandelingscommissie geformeerd moeten worden – desnoods met buitenlandse deskundigen – die onderhandelingen moet starten met Alcoa. Dat zal natuurlijk weer geld gaan kosten! Uiteindelijk verdienen we dat hopelijk terug. Aan de eisen van Alcoa moet geenszins tegemoet gekomen worden! Buitenlandse investeerders moeten weten dat zij niet alleen maar onze mijnbouwproducten tegen weggeefprijzen kunnen meenemen maar de winsten moeten sparen voor minder goede tijden: “Heeft Alcoa zulks gedaan? De subsidie van de Surinaamse staat moet onmiddellijk stoppen, en als Alcoa het hiermee niet eens is, bekijkt dit bedrijf het maar! Uiteindelijk zou het goed zijn als wij in 2015 voor een betere regering kiezen – als deze nog bestaat – en starten met een beter Suriname. Dan worden weliswaar niet zulke nadelige contracten gesloten met multinationals en of worden de contracten telkens aangepast aan de tijd. Wie sluit nou een contract voor honderd jaar. Dan ben je toch nooit goed bezig!
Robby Roeplall

error: Kopiëren mag niet!