Op woensdag 21 mei is Daniël Lachman cum laude gepromoveerd aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Het proefschrift gaat over de omslag van een niet-duurzaam energiesysteem, dat gebaseerd is op olie (fossiele brandstoffen), naar een duurzaam energiesysteem, welke hernieuwbare energiebronnen (bijv. zon, wind, water, bio-energie) als basis heeft. Deze omslag is in de hele wereld nodig, vanwege het vroeg of laat opraken van olie en gas, maar meer nog vanwege de nadelige effecten van de uitstoot van verbrandingsgassen in het milieu, waardoor er klimaatverandering optreedt. In veel landen zijn er voldoende hernieuwbare energiebronnen, maar zien we dat het bestaande energiesysteem toch gedomineerd wordt door de fossiele brandstoffen. Dat is heel vreemd, omdat vooral de ontwikkelingslanden een toenemende energiebehoefte hebben en ook meer te lijden zullen hebben onder de klimaatverandering. De meeste energie wordt gebruikt in de elektriciteit- en transportsector.
In zijn proefschrift richt dr. Lachman zich op de ontwikkelingslanden, omdat er heel weinig onderzoek gedaan is over de transitie van het ene naar het andere energiesysteem in deze landen. Voor de bestudering van het fenomeen maakt hij gebruik van diverse onderzoeksmethoden. Hij geeft eerst de context en kenmerken van de ontwikkelingslanden in energieopzicht weer. Met behulp van de sociale netwerkanalyse heeft hij de onderlinge banden tussen de belangrijkste actoren in de energiesector in kaart gebracht. Via een multilevel perspectief heeft hij de actoren verdeeld in dominante actoren (regimes) en nieuwe actoren (niches, waar nieuwe ideeën vandaan komen). Daarnaast zijn er scenario’s gemaakt om de onzekerheden voor de sector in kaart te brengen en daarop in te spelen. Via een robuustheidsanalyse zijn de verschillende aspecten van de scenario’s getoetst op geldigheid. Deze hele methodologie, welke op zich een sterk punt is in het proefschrift, wordt vervolgens toegepast op vier landen in de regio (cases) t.w. Suriname, Panama, Dominicaanse Republiek en Uruguay. Deze landen vertonen een zekere mate van overeenkomst qua omvang en populatie, zodat ze met elkaar vergeleken kunnen worden.
Lachman concludeert dat het in ontwikkelingslanden lastiger is om een bestaand energiesysteem om te vormen tot een nieuw energiesysteem, omdat de gevestigde belangen en orde meer greep hebben op de energiesector. Soms zijn er wel hernieuwbare energiebronnen, zoals Suriname reeds lang gebruikt maakt van waterkracht, maar bestaat er weinig ruimte voor de ontwikkeling van andere hernieuwbare energiebronnen. In zo een situatie wordt innovatie ook beperkt, waardoor de potentie van het land onvolledig benut wordt, terwijl in verband met klimaatverandering bijv. de neerslag achteruit kan gaan en waterkracht alleen niet meer de oplossing biedt. Ontwikkelingslanden moeten streven naar een zo gediversifieerd mogelijke energielevering.
De promotor was professor Marten Schalkwijk van het IGSR. Professor Derk Loorbach van het Nederlands Onderzoek voor Transities van de Erasmus Universiteit en dr. Marc Delucchi van het Instituut voor Transportstudies van de Universiteit van California waren copromotoren. In Suriname was dr. Gregory Rusland, oud-minister van Natuurlijke Hulpbronnen, die energie in zijn portefeuille had, de belangrijkste deskundige (referent) tijdens de promotie. De tweede referent was prof. Benjamin Sovacool van de Aarhus Universiteit in Denemarken. De promotie vond plaats onder prof. Dennis Mans van de Commissie voor Promoties en Eredoctoraten. In de promotiecommissie zaten verder dr. Anton Caffé en dr. Narinder Mokamsing als meelezers namens de faculteiten. Dr. Ryan Nannan van de Faculteit der Technologische Wetenschappen, vertegenwoordigde de buitenlandse commissieleden tijdens de promotie en trad namens hen op als opponent.