Het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) heeft inmiddels volume 3 van de districtsresultaten van de achtste algemene volkstelling uitgebracht. Het betreft in deze de resultaten van de districten Marowijne, Brokopondo en Sipaliwini. De presentatie hiervan vond plaats in de vergaderzaal van het ABS door directeur Iwan Sno. Uit de resultaten is onder andere naar voren gekomen dat Marowijne het grootste huishoudpercentage heeft. Het landelijke werkloosheidspercentage is 10.3%, maar voor Marowijne is dat 18.2%, Brokopondo 13.8% en voor Sipaliwini zelfs 28.5%. Het lagere werkloosheidspercentage voor Brokopondo kan gezocht worden in het feit dat de meeste mensen aldaar hun heil zoeken in de mijnbouwsector. Wat betreft de hoogst genoten opleiding is het landelijk zo dat de meeste mensen onderwijs hebben genoten op glo-, bo- en voj-niveau. Als alleen wordt gekeken naar het aantal universiteitsbezoekers alleen, dan mag gesteld worden dat er vooruitgang is geboekt op dat gebied, omdat veel meer mensen de universiteit nu bezoeken. Parlementariër Ronny Asabina die de presentatie ook bijwoonde, geeft in gesprek met Dagblad Suriname aan dat het gepresenteerde gebracht moet worden als een wake-up call. Hij geeft aan dat de ontwikkelingen op het gebied van werkloosheid, toegang tot onderwijs en over het algemeen de overige collectieve goederen die de overheid moet produceren en leveren, verre van ideaal zijn. Dat heeft hij tijdens de presentatie ook mogen constateren en aanschouwen. Asabina is van mening dat er heel veel zwakke en gebroken gezinnen zijn in de samenleving. Hij is er dan ook voorstander van dat de overheid ‘sterke gezinnen’ gaat bevorderen.
Genaro Alpin