Deze week wordt de eerste internationale conferentie gehouden over de impacts van REDD+ op landen met hoge bosbedekking en lage ontbossingsgraad (HFLD). De organisatie ligt in handen van het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling Suriname (Nimos). Suriname is een land met een hoog bosbedekkingsgraad van 94% en een laag ontbossingsgraad, wat geschat wordt op 0,02% per jaar. Suriname is een land in ontwikkeling en heeft verschillende economische en sociale doeleinden.
Daarmee wordt de druk op de bossen steeds groter en wordt de noodzaak steeds belangrijker om het bos op een duurzame manier te gebruiken, dat goed is voor zowel mens, natuur als ook ontwikkeling. Met dit als oogmerk is wereldwijd het REDD+ programma van toepassing, met als doel om als financieringsmechanisme te functioneren, wat ontbossing vermindert en bestaande bossen behoudt. Suriname wil REDD+ inzetten als instrument voor duurzaam bosgebruik en als instrument dat kan bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Daarom wordt er deze week in samenwerking met de Wereldbank, UNDP Suriname, UN-REDD Programme, Guyana Shield Facility, Conservation International en WWF deze internationale conferentie gehouden.
Expert sprekers uit andere HFLD-landen zijn naar Suriname gekomen om hun ervaringen met REDD+ te delen. Zo zijn er sprekers afkomstig uit Bhutan, Belize en Guyana. De conferentie duurt twee dagen en heeft verschillen onderwerpen. Deze hebben te maken met implementaties van het REDD+ programma, zoals bosmonitoring, bosrapportage, referentieniveaus voor uitstootgassen, financiering van duurzaam bosbeheer, gemeenschapsbossen en verantwoordelijkheden. Het belangrijkste thema voor Suriname is natuurlijk hoe REDD+ in te zetten als ontwikkelingstool. ‘We willen deze dagen laten zien wat de input van de partnerorganisaties was aan het REDD+ programma en hoe we hiervan kunnen leren’, aldus Cedric Nelom, waarnemend directeur van het Nimos. ‘Het Nimos probeert de rol te vervullen om alle belanghebbenden bij elkaar te brengen.’
