Op 11 mei zal zoals gebruikelijk weer Moederdag worden gevierd, waarbij huisvaders en kinderen moeder extra zullen kunnen verwennen. Het vieren van Moederdag wordt vooral door de handel sterk gepropageerd, vooral omdat de winkeliers rond deze dag hun omzet aanzienlijk zien stijgen. De vele advertenties in onze dagbladen en andere publiciteitsmedia waarmee ze hun artikelen aanprijzen, zijn daarvan een sprekend voorbeeld. Maar er zijn ook velen die het vieren van deze dag vanwege de commerciële kant ervan, niet aan meedoen. Dit om de doodeenvoudige reden dat voor kinderen die hun moeder liefhebben en weten te waarderen, het iedere dag Moederdag is, en dat ze daarom hun moeder iedere dag liefde en dankbaarheid mogen tonen. De meningen over het vieren van Moederdag zijn dus verdeeld.
Toch zal het voor sommige kinderen goed zijn dat er een Moederdag bestaat, al was het alleen maar om hen te herinneren aan de vrouw die hen het leven geschonken heeft en hen heeft grootgebracht. Want, laten we eerlijk zijn, er zijn ook kinderen van wie de moeder (en soms ook de vader) geen plaats meer heeft in hun hart. Om maar te zwijgen over kinderen die hun ouders al voor hun dood hebben begraven. En we kunnen ons afvragen of deze kinderen met de bloemen en geschenkjes die ze op Moederdag hun moeder aanbieden het gebrek aan liefde voor hun moeder kunnen goedmaken. Er worden elke dag kinderen geboren en zo schenkt God elke dag aan vrouwen, gewild of ongewild, het moederschap.
Toen enkele kinderen op zekere dag aan hun ouders vroegen of ze hun kinderen echt gewild hadden, antwoordde de vader dat ze elk van hun kinderen beschouwden als een geschenk van God en dat ze daarom altijd welkom waren geweest. Gelukkig zijn de kinderen die zulke ouders hebben.
Wij mogen aannemen dat de meeste Surinaamse moeders bewust voor het moederschap hebben gekozen en dat ze vooral in deze moeilijke tijd met veel liefde en opofferingsgezindheid hun kroost verzorgen en grootbrengen. Dat is een grote verdienste waarvoor ze onze hulde en dank verdienen.
Maar er zijn ook talloze vrouwen die om de een of andere reden niet hebben kunnen (of willen) trouwen, geen kinderen hebben en toch het moederschap op uitstekende wijze verwezenlijken.
We vinden ze o.a. in de verschillende kindertehuizen, crèches en internaten, verspreid over ons land. Ook zij zijn belangrijk voor onze samenleving en behoren daarom ook onze erkentelijkheid te krijgen. En wie kent ze niet die vele vrouwen die gedurende hun gehele huwelijksleven tevergeefs op de geboorte van een kind hebben gewacht en tenslotte een steun en toeverlaat voor kinderen van anderen zijn geworden, o.a. als pleegmoeder van misdeelde, verwaarloosde of seksueel misbruikte kinderen.
Wij denken daarbij niet op de laatste plaats aan de vrouwen die een eventueel huwelijksleven – en dus ook het moederschap – vrijwillig hebben opgeofferd in ruil voor een toegewijd leven aan de Heer, en die hun krachten en gaven, het geven aan het vormen en onderwijzen van onze jeugd. Het is spijtig dat al deze vrouwen op Moederdag worden vergeten. Het lijkt alsof Moederdag alleen bestemd is voor een bepaalde groep moeders en dat maakt een moederdagviering in haar huidige vorm onacceptabel. Onjuist vinden wij het in ieder geval wel, als tijdens moederdagvieringen en kerkdiensten op Moederdag de moeders worden uitgenodigd op te staan om een applaus of een bloemetje in ontvangst te nemen, zonder in die hulde ook de vrouwen te betrekken die op een andere wijze het moederschap ervaren en verwerkelijken.
Men begrijpe ons niet verkeerd. We hebben er geen bezwaar tegen dat onze moeders op Moederdag extra worden verwend. Integendeel! Onze Surinaamse moeders verdienen, vooral in onze tijd, liefde en waardering van ons allen en niet in het minst de vrouwen die vaak vader en moeder tegelijk zijn. Maar als we Moederdag vieren, laten we dan niet alleen de moeders huldigen die het voorrecht hebben gehad moeder te worden, maar ook al die vrouwen die nooit kinderen hebben gehad, maar door liefde, zorg en toewijding, veel voor kinderen betekenen of hebben betekend.
A. Vonsee