‘Comma mi no abi moro’

De 49-jarige drugsverdachte Franklin B. moest zich verantwoorden bij kantonrechter Albert Ramnewash, omdat hij op 6 maart 2014 de Wet verdovende middelen heeft overtreden. Volgens de verbalisanten werd tijdens een surveillance op de hoek van de Henkielaan een toeloop van mensen geconstateerd. Het vermoeden ontstond dat het om drugsverslaafden ging die bezig waren drugs te kopen. Bij observatie bleek dat de verdachte steeds benaderd werd door personen, waarna een overhandiging plaatsvond. De politie besloot om één van de klanten te ondervragen. Deze weigerde de vragen te beantwoorden, maar liet wel twee wikkels drugs op de grond vallen. De verdachte werd daarmee geconfronteerd, maar ontkende in eerste instantie dat hij iets afwist van drugs. Toen hem werd medegedeeld dat zijn huis verder zou worden onderzocht, gaf hij direct toe dat hij marihuana verkocht en dat zijn voorraad op was. “Comma mi no abi moro”, benadrukte Franklin. Op vijf meter afstand werd een zak met 23.1 gram cocaïne, 40 wikkels heroïne, 15.4 gram hasj en 16.1 gram marihuana aangetroffen. Volgens raadsman Irwin Kanhai heeft de politie onzorgvuldig onderzoek verricht door de zogenaamde klant weg te laten lopen, zonder zijn personalia op te nemen. De verdachte ontkende gisteren op de zitting dat de drugs van hem zijn. De verdachte was van mening dat de wetsdienaren geen politieagenten zijn, omdat ze hun werk niet goed hebben verricht. Ook zou hij op de locatie zijn geweest, omdat hij zijn kinderen was gaan bezoeken. Op 3 juni wordt deze zaak verder behandeld.
FR

error: Kopiëren mag niet!