Het veelbesproken onderzoeksrapport waarin conclusies zijn getrokken door het Bureau Tjon Ayong over het in aanbouw zijnde hoofdbureau van politie op de hoek van de Johan Adolf Pengelstraat en de Gemenelandsweg blijkt opeens zoek te zijn. Op grond van dit rapport zijn er tal van beschuldigingen gedaan aan het adres van het Architectenbureau AAC. Recent nog heeft de minister van Justitie en Politie, Edward Belfort, de uitlating gedaan dat het rapport ter beschikking is voor een ieder op het ministerie van Openbare Werken. Echter, wanneer het Architectenbureau AAC, dat aangetrokken was voor het ontwerpen van het gebouw, diverse malen naar het rapport gaat vragen op het ministerie, blijkt dat dit niet meer te vinden is.
Door het Architectenbureau AAC is advocaat Stanley Marica in de arm genomen. Dagblad Suriname sprak met Marica die aangeeft dat onlangs een schrijven is gericht naar de minister van Openbare Werken, Rabin Parmessar. Deze brief is een verzoek waarbij op de meest eenvoudige wijze wordt gevraagd naar het rapport dat besproken is op de persconferentie. Marica hoopt van harte dat de minister slagvaardig antwoord geeft op zijn schrijven. Hij gaf mee zeker de behoefte te hebben nader geïnformeerd te worden over hetgeen allemaal staat opgenomen in het rapport. Hij verwijst ook naar de woorden van minister Belfort dat dit rapport voor een ieder ter beschikking is.
De jurist vindt het vreemd dat het veelbesproken rapport opeens spoorloos is verdwenen. ‘Ik weet niet waarmee de mensen bezig zijn.’ ‘Vanaf het prille begin is er een bepaalde wending gebracht in deze kwestie’, weet Marica. ‘Zonder het Architectenbureau AAC enigszins te betrekken, wordt een ander bureau ingeschakeld voor het plegen van een onderzoek en dit vast te leggen in een rapport. Vervolgens wordt er een persconferentie belegd waar het rapport besproken wordt.’
Volgens Marica is het heel simpel. Omdat het Architectenbureau AAC niet betrokken was bij het onderzoek, is men benieuwd naar de bevindingen die staan opgenomen in het rapport. ‘Mijn cliënt wil weten wat de onderzoeksresultaten zijn.’ Dat het rapport niet te vinden is op het ministerie van Openbare Werken, verwondert Marica ten zeerste. ‘Wij hebben de minister van Justitie en Politie beluisterd. Hij zei dat het rapport ter beschikking is voor een ieder, ook voor u. Wat zoek is, dat moet men gaan zoeken. Wij hebben het niet zoek laten raken.’
Asha Gajadien-Bhagwat