Al geruime tijd lukt het de autoriteiten niet om te geraken tot een landelijk gefocust rampenplan, dat als redmiddel kan dienen in tijden van massale calamiteit. De laatste maatregel als het gaat om het bestrijden van de effecten van een ramp is het Nationaal Coördinatiecentrum Rampenbeheersing (NCCR). Dit centrum van coördinatie van een aantal bestaande en ad hoc overheids- en ngo-diensten (o.a. brandweer, politie, leger) werd prominent tijdens de watersnood van 2006 in het binnenland. Het NCCR kreeg sinds toen vastere voet aan de grond, maar is nog niet geëvolueerd tot een preventie- en waarschuwingsmechanisme. Recentelijk kregen we te maken met het omkantelen van een tankwagen waarbij 16.000 liter brandstof vrijkwam in het milieu. Kant en klare en door simulaties getoetste plannen voor deze situaties bestaan er niet in Suriname, althans het Surinaamse volk is niet getraind hoe om te gaan in geval van een ramp. Na de watersnood in 2006 wordt meer genuanceerd nagedacht over hoe gezegend wij zijn. In elk geval is het vanaf toen en nu steeds met een veranderend klimaat en theorieën aangaande klimaatverandering een feit dat wij natuurrampen niet uitsluiten. Een geoloog beschreef recent heel treffend in een stuk hoe bijvoorbeeld een uitbarsting van een vulkaan op of nabij de Canarische Eilanden van invloed kan zijn op de situatie in de Cariben, inclusief de noordkust van Zuid Amerika. Hij beschreef de gevolgen van een verwoestende tsunami en de mate waarin wij – voor het geval wij zijn gewaarschuwd – ons zullen kunnen beschermen door over slechts enkele wegen te vluchten naar het hogere zuiden. Suriname moet zich gaan voorbereiden om eventuele overstromingen vanuit de kust. Er moet wat dat betreft een plan zijn waarbij belangrijk is dat de bevolking puntsgewijs weet wat gedaan moet worden. Het NCCR is een door de Surinaamse staat ingestelde rampenorganisatie om op een heel effectieve en georganiseerde manier hulp te bieden aan gebieden binnen het Surinaams territorium die getroffen of betrokken zijn bij een incident. Tot de taken van het NCCR behoren ook het monitoren en analyseren van maatschappelijke ontwikkelingen om potentiële rampen en crises te identificeren. Dat betekent dus dat men proactief voorspellend probeert te zijn teneinde te kunnen waarschuwen. Het ontwikkelen en (laten) vaststellen van integrale beleidskaders om crises en rampen waar mogelijk te voorkomen, beheersbaar te maken en om de gevolgen van crises en rampen in voorkomend geval adequaat te coördineren en te regisseren en materiële en immateriële schade zoveel mogelijk te beperken is ook een taak. Al verscheidene keren hebben wij opgemerkt dat de regering samen met bedrijfsleven en niet-staatsactoren gebruik moet maken van de internationale assistentie en middelen die sinds 2007 ter beschikking zijn om ‘early warning systems’ in place te hebben. Hevige regenval met als gevolg modderlawines en overstromingen moeten in een vroeg stadium gemeld kunnen worden. Het NCCR moet een capaciteitsversterking ondergaan en professioneler worden ingericht en nauw betrokken worden bij meer exacte weersvoorspellingen. Tegenwoordig is het zo dat voorspelling van officiële instituten in Suriname vaag en niet exact zijn tegenover voorspellingen (soms van uur tot uur) die online op bepaalde sites vrij ter beschikking zijn. Het NCCR moet trainingen/simulaties houden midden in de week hoe te handelen bij bijvoorbeeld een tsunami. De Surinaamse bevolking bezit per hoofd van de bevolking meer dan 1 mobiel toestel. De beste manier is om in samenwerking met de 3 telecombedrijven samen te werken en overeenkomsten te sluiten voor calamiteiten. Op de NCCR-website is bepaalde informatie te vinden, maar die is zeer beknopt en lijkt alleen te zijn geschreven om bij bepaalde links te voorkomen dat het publiek lege pagina’s krijgt. De informatie moet uitgebreider en elke Surinamer en zeker gezinshoofden en managers van collectieve situaties (gevangenissen, scholen, bedrijven, hotels, opvangcentra, campings, publieke vermakelijkheden). Als er een ramp gebeurt, waarschuwen de autoriteiten u meestal via de media of geluidswagens, zegt het NCCR op zijn website. Wie de autoriteiten zijn is geheel onbekend. Met deze informatie is de burger niet geholpen. Voorts is opmerkelijk dat de autoriteiten niet altijd maar ‘meestal’ (zullen) melden. Dat betekent dus dat het NCCR de autoriteiten niet eraan wil verbinden dat deze verplicht zijn steeds te melden. Dus bij rampen mag het volgens het NCCR voorkomen dat de autoriteiten de burgers niet melden en de burgers in de steek laten. Een ander punt is de media. Er zijn media die niet afgestemd zijn op de maatschappelijke actualiteit. Bovendien is de overheid niet gewend om informatie te verschaffen buiten het Nederlands en Sranantongo, dat gebeurt heel zelden. De BOG-spuitwagens zijn wel bekend bij de burgerij en propagandawagens met luidsprekers van politieke partijen, maar geen overheidswagens met luisprekers. Ook dit is een simulatietraining waard. De overheid moet ook denken aan opvangmogelijkheden op hogere bewoonbare plekken in het land. Meer informatie tijdens een ramp krijgt de burgerij/ zal de burgerij krijgen via de regionale omroep. Wat is de regionale omroep? Ook gebeurt dit via ‘uw nationale zender’, waarschijnlijk de STVS. Maar wat als de STVS eerst onklaar raakt, of de SRS? Het NCCR zal volgens hem middels bestaande telecom-mogelijkheden ook kunnen communiceren. Daarop moet een paar keren worden getraind. ‘Bij veel rampen kunt u zelf actie ondernemen om de risico’s te beperken.’ Dat is noodgedwongen inderdaad zo, maar het NCCR moet bij voorbaat (dus nu al) richtlijnen geven, zodat de acties van de burgers geen averechtse werking hebben. Het NCCR volstaat met informatie ‘in het kort’. De rest mag de burgerij zelf op haar wijze en via de haar aan te boren kanalen invullen, een garantie voor chaos dus. Voor een overstroming moet de burgerij zelf bekijken hoe men gaat en ook waarheen. Dat is geen goed advies, lijkt snel even te zijn getypt. Concreter is het advies om gas en elektriciteit uit te schakelen. Ook moet de burger een noodpakket inpakken. Wat erin moet zitten (al beschikbaar/gekocht en bewaard moet zijn) dat bepaalt de burger ook zelf, dus ook hier geen advies van NCCR. De buren moeten gewaarschuwd worden, zegt het NCCR. Dat is alles en dus bitter weinig. Suriname moet niet ervan uitgaan dat rampen kunnen uitblijven, manmade of vanuit de natuur. De overheid moet serieus stappen ondernemen om de burgerij beter te informeren, faciliteiten in place te hebben en te trainen.