Verdachte staat terecht voor vernieling huis jongere zus

De verdachte Alfons L. moest zich voor kantonrechter Albert Ramnewash verantwoorden, omdat hij de in aanbouwzijnde woning van zijn jongere zus L.K. tot twee maal toe zou hebben vernield. De eerste keer was in de periode tussen 7 juli 2013 en 8 augustus 2013. Hierbij heeft Alfons de zinkplaten van de woning verwijderd. De tweede keer was op 4 januari 2014. De benadeelde L.K. verklaarde op de terechtzitting dat Alfons de opdracht van haar broer Ruben in Nederland had gekregen om de woning te vernietigen, omdat Ruben van mening is dat hij de enige erfgename van het boedelperceel is. L.K. gaf aan dat ze wel degelijk rekening had gehouden met haar broer Alfons toen hij het huis de eerste keer had vernield. Toen had hij nog beloofd alles weer te repareren. Helaas liet hij dit na. Zij heeft in december 2013 de zinkplaten op eigen kosten terug laten plaatsen. Helaas zijn ze op 4 januari wederom door de verdachte verwijderd. Van het eerste geval had ze van derden vernomen dat Alfons de mogelijke dader zou zijn. Het tweede geval vernam zij van haar andere broer Glenn. Deze vertelde haar dat ‘die gangster’ het had gedaan. De verdachte heeft de benadeelde enkele weken geleden uit het cellenhuis gebeld en gevraagd om de rechtszaak in te trekken. Hij verzekerde haar het huis te zullen repareren. L.K. was van mening dat zij haar broer al eerder een kans had gegeven. Een gouden kans die hij niet heeft benut. Bovendien had zij een lening bij de bank genomen om het huis te bouwen, maar door de handelingen van haar broer zou zij nu dieper in de schulden zijn geraakt. De verdachte gaf toe het eerste feit te hebben gepleegd, maar ontkende iets af te weten van het tweede geval. Volgens Alfons zou een arbeider de tweede vernieling hebben gepleegd. Bovendien zou hij ook aandeel hebben bij het boedelperceel. Op 15 april wil de magistraat de andere broer van de verdachte, Glenn, horen.
FR

error: Kopiëren mag niet!