‘Zwangerschap heeft gemaakt dat er aangifte is gedaan’

Deze opmerking maakte raadsman Robby Neslo bij het houden van zijn pleidooi, waarbij de verdachte Sewradj Soeradj terechtstond voor verkrachting van zijn 14-jarig nichtje Prija. Hij zou dit telkens hebben gedaan toen het slachtoffer in de periode van maart 2013 tot en met 4 oktober 2013 met vakantie bij haar opa en oma logeerde. Hiervoor werd hij voor twee jaar door kantonrechter Albert Ramnewash veroordeeld. De handelingen zouden telkens in deze periode zijn gepleegd. Het geval werd zes maanden na de paasvakantie door de moeder van Prija ontdekt, die op haart beurt terstond de politie inschakelde. Intussen was het slachtoffer al zes maanden zwanger.
Het slachtoffer, dat dezelfde kamer met haar oom deelde, verklaarde dat de verdachte stomdronken in de kamer kwam, haar mond stevig dichtmaakte en haar kleren uittrok, waarna hij over ging tot zijn snode daad. Zij stribbelde tegen, maar de oom was te sterk. Zij zou het geval aan niemand hebben verteld, omdat zij bang was. Volgens Neslo kon er hier helemaal geen sprake zijn van verkrachting. De raadsman haalde aan dat het frappant is dat Prija steeds zelf gekozen had om dezelfde kamer met haar oom te delen, terwijl zij wist dat de oom haar al eerder had misbruikt. Ook gaf hij aan dat Prija zelf de verdachte verleid had doordat zij hem vaker onnodig kuste.
‘Indien de zwangerschap niet ontdekt was, zou de moeder geen aangifte hebben gedaan’, benadrukte Neslo. Volgens de magistraat was wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte seks met zijn minderjarig nichtje heeft gehad. Bovendien is het slachtoffer intussen al van het kind bevallen. De handelingen zijn daarom helemaal niet goed te spreken. Sewradj heeft de vertrouwensrelatie oom en nicht geschaad. Desondanks hield de rechter rekening met de verdachte en zette het strafvoorstel van drie jaar en zes maanden van het Openbaar Ministerie opzij.
FR

error: Kopiëren mag niet!