Vernieuwingen op komst bij Surinaams Museum

Vernieuwingen bij het Surinaams Museum(binnenplaats, woning op de achtergrond)Stichting Surinaams Museum is gevestigd in Fort Zeelandia en beheert belangrijk erfgoed van Suriname. Een gedeelte van de collectie is tentoongesteld in het museum. Het fort is in 1667 omgedoopt tot Zeelandia, nadat het veroverd was op de Engelsen. Het vormt de kern van Suriname, waaruit Paramaribo verder is gegroeid. Vorig jaar zijn er ongeveer 13.000 bezoekers geregistreerd, wat een kleine daling is ten opzichte van 2012. Het bezoek van schoolleerlingen is gedaald, echter is de normale stroom van toerisme min of meer gelijk gebleven.
“Het is een plek bij uitstek waar men kan leren van de geschiedenis”, vertelt Laddy van Putten. “Het is voor een breed publiek.” Hij merkt wel dat het voor sommige mensen een beladen plek kan zijn en daar heeft hij respect voor, maar merkt tevens op dat dit in de loop der jaren wel minder wordt.
In 1995 ging het Surinaams Museum te Fort Zeelandia weer open voor publiek en vooral toen waren er wel mensen die moeite hadden binnen te komen. Er is in het fort veel gebeurd en Laddy van Putten kent persoonlijk families die moeite hebben het museum te bezoeken. “Het was niet gemakkelijk om weer open te gaan, maar het museum is als een instituut een goede plek om te leren van het verleden.”
Dat verleden gaat terug tot de eerste kolonisten in Suriname. Dat waren de Fransen die er in 1613 een houten fortje hadden staan. Zij verlieten Suriname na enkele jaren totdat in 1650 de Engelsman Lord Willoughby zich hier met kolonisten vestigde. Toen werd de basis gelegd voor het fort zoals het er nu uitziet. Het heette Fort Willoughby. Onder leiding van de Zeeuw Abraham Crijnssen werd het fort veroverd en werd het in 1668 overgedragen aan Crijnssen. Als hommage aan zijn afkomst noemde hij het fort Zeelandia. Hij liet het fort uitgroeien tot een stenen vijfhoekig gebouw.
Het groeide uit tot het centrum van Suriname, waar geweld niet geschuwd werd. In latere periodes zijn er op de binnenplaats van het fort slaven en niet-slaven gestraft, waarbij de kans bestond dat men er het leven liet.
Het fort werd belangrijker en eind 18de eeuw was er een grote behoefte aan een groot militair garnizoen. Oorlogen tussen Nederland en andere Europese naties hadden de spanningen in het Caribische gebied ook doen stijgen. Om de militairen te huisvesten werd het gebouw “1790” ingericht, zo genaamd omdat het in dat jaar afgerond was. Het gebouw is tot in de Tweede Wereldoorlog gebruikt, totdat de Memre Buku Kazerne beschikbaar kwam. Uiteindelijk kreeg het o.a. een functie om het ministerie van Onderwijs te huisvesten.
Rond 1990 is het gebouw volledig afgebrand, waarschijnlijk aangestoken, en zijn de massieve houtconstructies verloren gegaan.
De officierswoningen die om het fort staan, zijn nog volop in gebruik. Verschillende instituten, zoals de Stichting Gebouwd Erfgoed, de Staatsraad en het Surinaams Museum zijn erin gehuisvest.
“Het was niet gemakkelijk om weer open te gaan”, vertelt Laddy van Putten. “Er is rond de terugkeer contact geweest met nabestaanden en er zijn ook speciaal in verband met de terugkeer religieuze diensten geweest op de plek.” In het fort zelf is een stilteplek, waar een olielampje brandt voor allen die in de loop der tijd in Fort Zeelandia hun leven lieten.
Komend jaar staat er een aantal vernieuwingen in de planning. De tentoonstelling over de geschiedenis van Suriname gaat intern verhuizen. ‘De precieze datum van deze verhuizing is nog lastig vast te stellen, maar wel wordt de collectie meer centraler samengevoegd. Het wordt een totaal overzicht van Suriname aan de hand van thema’s die in vogelvlucht de geschiedenis beschrijven.’
Tevens komt er dit jaar een nieuwe tentoonstelling. Deze gaat over lichaamsversiering, waarbij wordt gekeken hoe men dat in het verleden deed en hoe tegenwoordig het lichaam versierd wordt. Zo blijft het museum in beweging en zal het dit jaar weer in bezoekersaantallen gaan groeien.

error: Kopiëren mag niet!