Kantonrechter Maytrie Kuldipsing heeft de rechtszaak tegen de verdachte, Eduard W., uitgesteld naar 7 april 2014. De raadslieden van de verdachte hebben meer tijd nodig om hun pleidooi in orde te maken. Het Openbaar Ministerie kwam bij de vorige rechtszitting met een strafvoorstel van twaalf maanden. Eduard wordt ervan verdacht zich schuldig gemaakt te hebben gemaakt aan witwaspraktijken. Op 6 oktober 2012 werd op de luchthaven een stootkar met drugs in een dubbele bodem aangetroffen. Hiervoor werd Eduard veroordeeld tot 3 jaar en 6 maanden. Hij had de Wet Verdovende Middelen en de Vuurwapenwet overtreden. Uit nader onderzoek bleek dat er in de vliering van de luchthaven ook het verboden spul werd aangetroffen.
Op basis van de vondst werd een huisonderzoek na afstemming met het Openbaar Ministerie verricht. Echter zijn er geen drugs thuis bij Eduard aangetroffen. Het betrof een luxueuze woning met waardevolle inboedel. De vraag rees hoe Eduard aan al deze spullen is gekomen. De verdachte beweerde dat hij het perceel, waarop zijn prachtige woning staat, op afbetaling had gekocht. Bij nader onderzoek bleek deze verklaring een leugen te zijn. Eduard verklaarde op een vorige zitting dat hij verschillende inkomstenbronnen heeft. Hij runt samen met een vriend een taxibedrijf, waar 35 voertuigen zijn aangesloten. Daar betaalt elke chauffeur SRD 35 op de maandag. Hij verdient ook SRD 800 als arbeider bij een taxfree shop. Ook zou hij 3 tot 5 voertuigen hebben ingezet in zijn taxibedrijf, waar hij maandelijks SRD 5000 ontvangt. Daarnaast heeft hij vanaf 2004 tot 2011 gewerkt in een illegale goudmijn.
De verkavelaar werd bij procesverbaal gehoord en verklaarde dat het perceel op 13 maart 2008 contant voor Euro 10.700 is verkocht. Er werd een inventaris opgemaakt, waarbij alle bezittingen van de verdachte werden genoteerd. Volgens het OM is het salaris van de verdachte ontoereikend om al die zaken te kunnen aanschaffen. Als luchthavenmedewerker ontving Eduard SRD 700 op maandbasis. Daarnaast richtte hij samen met iemand een taxibedrijf op. Daar zou hij 5 auto’s hebben ingezet. Het Openbaar Ministerie was van mening dat de in beslag genomen goederen van een misdrijf afkomstig zijn en daarom eiste zij verbeurdverklaring daarvan. Door de beslissing van de magistraat zal de verdachte langer op de behandeling van zijn zaak moeten wachten.
FR
