De roofverdachte, Jonathan B., moest op de terechtzitting verschijnen. Aan Jonathan B. wordt verweten dat hij op 8 november 2013 tezamen en in vereniging met twee tot nog nu toe onbekende personen een beroving in een woning van een bejaarde vrouw heeft gepleegd. De rovers deden voor alsof zij de bejaarde vrouw waren gaan bezoeken. Op gegeven moment werd de eigenares van het huis met geweld vastgegrepen en naar de slaapkamer gesleurd, waarna haar mond werd dichtgeplakt. Zij werd onder bedreiging gesommeerd om al haar sieraden af te staan. ‘Pe a gowtu de?’, vroeg Jonathan aan het slachtoffer. Zij smeekte de onverlaten om haar niet te mishandelen. Vervolgens greep het slachtoffer naar de sigarendoos, waarin de sieraden waren, en smeet die op de vloer. Op dezelfde datum had Jonathan B. ook tezamen en in vereniging met zijn eerdere comparanten in een andere woning in dezelfde straat ingebroken. Hierbij namen zij een televisietoestel, een groot geldbedrag en enkele andere waardevolle spullen mee.
De buit werd in een witgelakte Toyota Ist weggevoerd. Dit voertuig werd onbeheerd aan de Franchepanestraat achtergelaten. De verdachte gaf aan dat hij genoodzaakt was het voertuig achter te laten. Het voertuig had volgens hem een lekke band en hiervoor had hij een monteur nodig. Dit voertuig bleek achteraf gehuurd te zijn. Uit het buurtonderzoek dat door de sterke arm was verricht, bleek dat de verdachte inderdaad daar met het desbetreffende voertuig was. Ook is hij positief door het slachtoffer en de buurtbewoners herkend. Een getuige gaf aan kantonrechter Dinesh Sewrattan te kennen dat hij enkele weken na de roofoverval een taxirit voor de verdachte Jonathan had gereden. Hierbij had de verdachte aan hem verteld dat hij enkele weken eerder een beroving had gepleegd, waarbij hij een flinke buit had gemaakt. Kantonrechter Sewrattan wil deze zaak op 4 maart verder behandelen.