Advocaat Oscar Koulen reageerde tijdens zijn pleidooi in een rechtszaak op de huidige werkwijze van het Openbaar Ministerie (OM). ‘Eerst opsluiten dan onderzoeken’, en dit is volgens de raadsman niet de juiste werkwijze. In deze case is de verdachte G.K. naar zeggen van de advocaat vier maanden onrechtmatig aangehouden. Hij gaf aan dat de nieuwe Deken van de Orde van Advocaten, die ook in het parlement zit, dit probleem zal bespreken en een gepaste oplossing zal brengen. In Nederland krijgen verdachten die onrechtmatig worden aangehouden een vergoeding van Euro 100 per dag vanwege de staat. Koulen hamerde erop dat zijn cliënt G.K. een glashelder alibi had opgeworpen.
Aan de verdachten werden twee brute berovingen in het district Sipaliwini verweten, namelijk op 20 juni en op 26 juni van het vorig jaar. Op 26 juni 2013 werd een gewapende overval gepleegd, waarbij er geschoten is op een winkelier. Bij het binnenstormen werd een Chinese man beschoten. Deze beschieting vond plaats in het binnenland te Maripa Soela. In deze zelfde zaak zijn er nog twee aanhoudingen verricht. De eerste brute roofoverval werd gepleegd op 20 juni. Daar zijn slachtoffers gevallen met ernstige verwondingen. De belagers overgoten een brandbare vloeistof op een van de Chinese ondernemers en staken hem in brand. Daarnaast werd een deel van het oor van een van de slachtoffers afgesneden.
G.K. werd op verdenking hiervan aangehouden. De onderinspecteur Maayen had op 6 januari een getuigenis afgelegd in deze zaak. Hij verklaarde op de rechtszitting dat verdachte de G.K. gelijkenissen vertoont met de persoon die hij op de vastgelegde beelden van de beveiligingscamera had gezien. De openbare aanklager presenteerde gisteren zijn strafvoorstel in deze zaak. Hij eiste vrijspraak, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs tegen de verdachte was geleverd. Op de opmerking van Koulen over de werkwijze van het OM regeerde Roy Elgin dat het niet zo is zoals de raadsman het geval naar voren bracht. Hij, als vertegenwoordiger van het OM, had op basis van de wet gehandeld. ‘Een verdachte is nog geen veroordeelde. Hij of zij wordt vanwege feiten en omstandigheden aangemerkt als een verdachte. Het onderzoek wijst uit of die persoon die als verdachte is aangemerkt de werkelijke dader is of niet.’ Bovendien was Elgin niet de mening toegegaan dat G.K. ten onrechte was aangehouden. Hij werd in verzekering gesteld in het belang van het verder onderzoek en bovenal waren er ernstige bezwaren tegen hem aanwezig.
Kantonrechter Maytrie Kuldipsing sprak G.K. vrij van de gehele tenlastelegging. Zij gaf aan dat de verdachte op basis van camerabeelden was aangehouden. Hij vertoonde scherpe gelijkenissen met de dader. Een van de benadeelden verklaarde dat hij hem positief had herkend; echter kwam hij op de zitting terug op zijn eerder afgelegde verklaring en gaf aan dat hij niet goed kon zien vanwege de pijnen. Deze verklaring van de getuige is twijfelachtig en op basis van het onderzoek werd G.K. vrijgesproken. De magistraat was het niet eens met de raadsman over de onrechtmatige aanhouding. Zij gaf aan dat de zaak tot de bodem is onderzocht.
Saskia Bandhan