‘Rijstboeren van Oud Henar en Uitbreiding 1 en 2 zijn extra in de kosten gejaagd vanwege nalatigheid van de Staat. Deze heeft nagelaten de irrigatiekanalen op te schonen. Als gevolg hiervan zijn de kanalen dichtbegroeid. Vanwege de slechte watertoevoer rest de rijstboeren geen andere keus dan met een waterpomp te zorgen voor irrigatie van hun gebied. Echter moeten wij niet uit het oog verliezen dat indien een waterpomp een uur draait, dit gepaard gaat met een verbruik van benzine ter waarde van SRD 85.’ In het gehele gebied is in totaal 3.100 hectare ingezaaid. Rijstboer Ratan Sheonarain legt aan Dagblad Suriname uit dat de droogte van het betreffende terrein, bepalend is voor de vraag hoe lang een waterpomp draaiende moet worden gehouden. ‘Wanneer het veld al nat is en je moet alleen invloeien, is 8 uren draaien al voldoende. Maar bepaalde terreinen zijn momenteel kurkdroog en hierdoor ben je verplicht om de waterpomp 14 tot 16 uren te laten draaien.’
‘Voor zover het ons lukt, doen wij het werk zelf. Wanneer we bij de overheid gaan klagen, ga je straks horen dat we een klaagsector zijn’, zegt Sheonarain. De gewassen hebben dringend water nodig na de inzaai, anders gaan ze verloren. Volgens Sheonarain is het niet de eerste keer dat de boeren door laksheid vanuit de zijde van de Staat extra in de kosten worden gejaagd. Voor hun is het ook onduidelijk welk ministerie belast is met het opschonen van de irrigatiekanalen. ‘Wanneer je gaat bij OW wordt je gestuurd naar LVV en wanneer je bij LVV aankomt dan hoor je dat OW belast is met de opschoning ervan.’ De rijstboer zegt dat zij het al gewoon zijn dat ze van het kastje naar de muur worden gestuurd. ‘We vinden het niet vreemd, want dit spelletje wordt al jaren met ons gespeeld.’
Recentelijk hebben de boeren nog op eigen houtje en met eigen inspanning een verstopping bij een koker opgeheven. De trens was immers dichtbegroeid met gras en dit stagneert een vlotte toevoer van het water. Dagblad Suriname sprak ook met de coördinator van LVV, Guido van der Kooye. Hij beaamt dat er sprake is van een gedeeltelijk achterstallig onderhoud en dat het ministerie van Openbare Werken in feite belast is met de opschoningwerkzaamheden. Het afgelopen jaar heeft wel een grootscheepse schoonmaak van de kanalen plaatsgevonden. Het naonderhoud hiervan heeft niet plaatsgevonden. ‘Dat stond niet opgenomen in het contract.’
Asha Gajadien-Bhagwat